Werkomgeving

Helemaal bovenaan de werkomgeving vinden we de Toepassingsbalk. In de toepassingsbalk hebben we aan de rechterzijde de knoppen minimaliseren, maximaliseren, en sluiten.
Links naast deze knoppen hebben we de “Schakeloptie voor werkruimten” en een zoekvak.
Wat het eerste doet had ik je reeds verteld in les 1 van deze cursus.
Aan de rechterzijde van de Toepassingsbalk hebben we het Flashlogo. Wanneer we hierop klikken, opent een drop-downmenu met dezelfde opties.

Onder de Toepassingsbalk hebben we de Menubalk. Zoals in elke applicatie zal ook in Flash een menu ontvouwen met verschillende opdrachten wanneer we een optie hier klikken.

Onder de menubalk vinden we de verschillende tabbladen van de geopende documentvensters. Wanneer je meerdere Flashbestanden hebt geopend verschijnen deze hier als tabbladen. Navigeren tussen de verschillende bestanden doe je door het tabblad te selecteren.

Onder de tabbladen vinden we het geselecteerde Documentvenster. Het Documentvenster, of beter gezegd het werkgebied, bestaat uit een wit gedeelte (1), ook wel eens het “Podium” genoemd, en een grijs gedeelte (2).

Het werkgebied is steeds een rechthoekig gebied waarin we de grafische inhoud plaatsen wanneer je een Flashdocument maakt.
Alles wat we in het witte gedeelte plaatsen valt binnen het gezichtsveld, en zal worden opgenomen in het flashfilmpje dat we later zullen publiceren.
Alles wat we in het grijze gedeelte plaatsen valt buiten het gezichtsveld, en zal niet worden opgenomen in het Flashfilmpje.
Vergelijk het met de opnames van een film of een theater, alles wat op het podium wordt geplaatst verschijnt in de film, alles wat op het grijze gedeelte wordt geplaatst, gebeurd achter de coulissen.

Rechts van het werkgebied vinden we de geopende deelvensters.
Standaard zijn de deelvensters “Eigenschappen” en “Bibliotheek” geopend.
Door te klikken op de dubbele naar rechts wijzende pijltjes bovenaan het deelvenster, kun je deze in of uitvouwen.
Hetzelfde geldt voor de Gereedschapbalk die we vinden naast de deelvensters.
Meer over de gereedschapbalk in de volgende les, laat ik het eerst eens hebben over het “Eigenschappendeelvenster”.

 

Het deelvenster Eigenschappen

Afhankelijk van wat er is geselecteerd in het werkgebied wordt in het deelvenster “Eigenschappen” informatie en de instellingen weergegeven over het geselecteerde object.
Dit object kan zijn, tekst, een symbool, een vorm, een bitmap, een video, alles eigenlijk, zelfs frames.

Is er niks geselecteerd, of klik je een lege plek in het werkgebied, dan zal het deelvenster Eigenschappen de instellingen weergeven van het document dat je aan het maken bent.
Dit Eigenschappenvenster is verdeeld in twee delen.
In het bovenste deel, Publiceren” vind je de instellingen terug die worden gebruikt wanneer we onze film gaan publiceren.
Dit kun je steeds wijzigen door op de knop “Bewerken” (1) te klikken onder de sectie “Publiceren”.

In het onderste deel van dit deelvenster vinden we de instellingen terug die betrekking hebben op de afspeelsnelheid (FPS – Frames Per Seconde), de afmetingen van het filmpje (Grootte), en de achtergrondkleur (Werkgebied) van het filmpje.
Je kunt de FPS en de achtergrondkleur afzonderlijk instellen, maar je kunt ook al deze instellingen in één keer wijzigen door op de knop “Bewerken” (2) te klikken. Dit zal het dialoogvenster “Documenteigenschappen” openen waar je de afmetingen kunt instellen, de achtergrondkleur kunt wijzigen, en de framesnelheid kunt aanpassen.
Dit even terzijde: de framesnelheid bepaalt de snelheid waarin het filmpje wordt afgespeeld.

Ditzelfde dialoogvenster “Documenteigenschappen” kunnen we ook openen door te klikken op “Wijzigen” in de menubalk, en te kiezen voor “Document” in het drop-downmenu.

Formidabel U hebt Les 3 voltooid START VOLGENDE LES