Deelvensters groeperen

Naarmate we meer en meer deelvensters hebben geopend, zal het je wel eens overkomen dat je door al deze vensters het werkgebied nog nauwelijks ziet.

Dan heb je een aantal mogelijkheden.
1, je kunt deze sluiten door op het x-icoontje te klikken helemaal bovenaan rechts in het deelvenster. Maar wanneer je dit deelvenster veelvuldig nodig hebt, ben je meer tijd kwijt om dit steeds weer te openen, te sluiten, te openen, te sluiten, enzovoort.

2, je kunt dit deelvenster minimaliseren door op de knop “Samenvouwen” te klikken die we vinden links naast de knop “Sluiten”.
En 3, we kunnen de geopende deelvensters groeperen.

Hiervoor hebben we ook een aantal mogelijkheden.
1, we kunnen deze groeperen onder elkaar en naast elkaar, zodat deze deelvensters als het ware gestapeld worden op of naast elkaar.
Klik en sleep hiervoor met de tabbalk, dit is de donkergrijze balk, van het ene deelvenster over het andere deelvenster.
En nu moet je een beetje denken waar je dit gesleepte deelvenster wil plaatsen.
Wens je dit boven het andere deelvenster te plaatsen sleep je dit naar de bovenkant van het tweede deelvenster. Van zodra je een blauw lijntje ziet laat je de muisknop los.
Wens je dit links van het tweede deelvenster te plaatsen, sleep je dit naar de linkerzijde van het tweede deelvenster.
Wens je dit aan de rechterzijde te plaatsen, sleep je dit naar de rechterzijde van het deelvenster.
En wens je dit aan de onderkant te plaatsen, sleep je dit naar de onderkant van het tweede deelvenster. Aan jou de keuze.
Waar je het ook sleept, van zodra je een blauw streepje ziet, laat je de muisknop los.

Een tweede mogelijkheid is deze te groeperen onder tabbladen.
Klik en sleep hiervoor het te verplaatsen deelvenster over het eerste deelvenster. Wanneer er een blauw kader verschijnt over het eerste deelvenster laat je de muisknop los.
De verschillende deelvensters worden nu verdeeld onder verschillende tabbladen.
Wens je een ander deelvenster naar de voorgrond te brengen klik je de tab.

Je hebt uiteraard ook de mogelijkheid dit deelvenster te groeperen onder de deelvensters die standaard reeds zijn geopend door Flash, met name het deelvenster Eigenschappen en Bibliotheek.
Je hebt ook steeds de mogelijkheid de plaats van de deelvensters te wijzigen. Klik en sleep hiervoor de tabbladtitel naar de gewenste positie.
En, wanneer je er een zooitje van hebt gemaakt, heb je de mogelijkheid alles terug in de originele positie te plaatsen.
Klik hiervoor de knop “Schakeloptie voor werkruimten” en kies de werkruimte waarin je wil werken.

 

De tijdlijn

De tijdlijn is het hart van onze animatie.
De tijdlijn bestaat uit verschillende frames (1) die elk een bepaald punt in tijd vertegenwoordigen.
Wens je op een bepaalt punt in de tijdlijn een object te plaatsen of te verwijderen, dan plaats je dit in een hoofdframe, ook wel eens sleutelframe genoemd. Dit is dan de letterlijke vertaling van de Engelse benaming “Keyframe”.
Aangezien we hier in deze cursus werken met de Nederlandse versie van Flash, zal ik in het vervolg steeds de naam “hoofdframe” gebruiken.

Wens je op een bepaalt punt in de tijdlijn één of andere actie te laten gebeuren, bijvoorbeeld de film te stoppen, dan plaats je deze ActionScript-code ook in een hoofdframe.
Een hoofdframe kan iets bevatten, maar kan ook leeg zijn.
Een hoofdframe dat leeg is wordt weergegeven door een wit cirkeltje (2), een hoofdframe dat een object bevat is voorzien van een zwart cirkeltje (3).
Een hoofdframe dat enkel ActionScript-code bevat toont de letter a boven het witte cirkeltje (4).
Bezit je hoofdframe een object en ActionScript-code, dan zal de letter a boven het zwart cirkeltje verschijnen.
Dit is perfect mogelijk. Toch raad ik je aan de ActionScript-code in zijn eigen laag te plaatsen.
Trouwens, voor elk object dat je plaatst in de tijdlijn kun je een afzonderlijke laag maken. Dit houdt alles overzichtelijk, en het doet niks aan de grootte van je bestand (in KB) wanneer we dit gaan publiceren (meer over lagen in één van de volgende lessen).
Om alles nog wat beter te organiseren kun je bepaalde lagen in een map plaatsen. Zoals je ziet in onderstaande foto heb ik alle lagen waar tekst in staat in een map geplaatst. Klik hiervoor de knop “Nieuwe map”, en klik en sleep de lagen in deze map.
Om een laag toe te voegen klik je de knop “Nieuwe laag” onderaan de tijdlijn.
Geef de verschillende lagen een betekenisvolle naam door deze te dubbelklikken.
Hetzelfde voor de mappen, anders heb je Map 1, Map 2… of Laag 1, Laag 2… en weet je na een halfuurtje werk niet meer waar je wat kunt vinden.
Om een laag te verwijderen selecteer je de laag, en klik je de knop “Verwijderen” onderaan de tijdlijn.

Tip: De vlugste manier om van een frame een hoofdframe (keyframe) te maken, is het frame te selecteren en de F6 toets op je toetsenbord te klikken.

Wat je uit deze en de vorige les zou moeten onthouden is:

  1. Het verschil tussen een frame en een hoofdframe
  2. Wat een laag is, hoe je deze toevoegt, verwijdert of van een nieuwe naam voorziet.
  3. Hetzelfde voor mappen.
  4. Wat de framesnelheid (fps) van je filmpje betekent, en hoe je deze aanpast.
  5. Hoe je de afmeting van je filmpje wijzigt
  6. Hoe je de achtergrondkleur van het filmpje wijzigt.

Dat is alles, niet veel hé.

Formidabel U hebt Les 4 voltooid START VOLGENDE LES