Openen van een nieuw document

Om een nieuw document te openen klikken we “Bestand” in de menubalk en kiezen “Nieuw” in het drop-downmenu.
Dit opent het dialoogvenster “Nieuw”. Wat had je anders gedacht?

Bovenaan in het vak “Naam” geven we een naam in voor ons document.
We kunnen de breedte en de hoogte ingeven, de resolutie, plus nog een aantal andere instellingen. Maar eigenlijk gebruiken we Photoshop om foto’s mee te bewerken, en gebruiken we andere applicaties, zoals Illustrator of Freehand, om tekeningen te maken.
Maar het kan, Photoshop beschikt over verschillende gereedschappen om dit te doen.
Klik de knop OK wanneer je klaar bent met de instellingen.

 

Openen van één foto

Om een foto te openen klik je de knop “Bestand” in de menubalk en kies je “Openen” in het drop-downmenu. De sneltoetscombinatie hiervoor is Ctrl + O.
Dit opent het dialoogvenster “Openen”.
In het vak “Zoeken in” (1) navigeer je naar de map waarin de foto die je wil openen zich bevindt.
Selecteer de foto (2), en klik de knop “Openen” (3).

 

Openen van meerdere foto’s

Om meerdere foto’s te openen, selecteer je de documenten en hou je de Shifttoets ingedrukt wanneer het naast elkaar liggende documenten zijn.
Wanneer deze niet naast elkaar liggen hou je Ctrl-toets ingedrukt.

Klik de knop “Openen” wanneer alle foto’s zijn geselecteerd.
Alle foto’s worden geopend in hun tabblad of in hun venster, afhankelijk van wat je hebt ingesteld in het venster “Interface” onder de voorkeuren. (zie vorige les)

Foto dupliceren

Voor je begint te werken aan het origineel van de foto, is het beste dat je hiervan eerst een duplicaat maakt. En aangezien je dit het beste doet voor elke foto die je gaat bewerken, is het verstandig hiervoor een “sneltoets” in te stellen.

Klik hiervoor op de knop “Bewerken” in de menubalk, en kies “Sneltoetsen” in het drop-downmenu.
In het dialoogvenster dat verschijnt klik je de “Afbeelding” in het lijstje, je scrolt helemaal naar onder, en je selecteert de optie “Dupliceren”. In het invulvak dat verschijnt typ je de sneltoets of de sneltoetscombinatie die jij hiervoor wil gebruiken, je klikt de knop “Accepteren” en je klikt de knop “OK”.
Ik gebruik hiervoor de F10 toets op mijn toetsenbord, dus heb ik enkel deze te klikken en wordt deze automatisch ingevuld in het invulvak.
Je kunt elke toetsencombinatie gebruiken die jij wenst, zorg er alleen voor dat deze nog niet in gebruik is voor een andere functie.

Wanneer je nu een foto hebt geopend, en je klikt in dit geval de F10 toets op je toetsenbord, zal een dialoogvenster verschijnen waar je de naam voor de gedupliceerde foto in geeft.

Wanneer je de knop OK klikt, zal het duplicaat van de foto openen en kun je het origineel sluiten.
Wanneer je het duplicaat sluit, zal je worden gevraagd of je dit wil opslaan.
Uiteraard antwoord je hier met “Ja”.
Ingeval je deze manier van werken gebruikt, zal je nooit voor verrassingen komen te staan.

 

Sneltoetsen

In dit zelfde dialoogvenster kun je de instellingen voor al je sneltoetscombinaties wijzigen. Ook diegene die standaard reeds zijn ingesteld door Photoshop.

Bijvoorbeeld:
Om de penseelgrootte te verkleinen en te vergroten worden als standaard-instellingen de vierkante haken gebruikt.
Je vindt deze instelling onder de categorie “Gereedschappen” (1).
Dit is goed voor QWERTY (Nederlanders) gebruikers, maar volledig nutteloos voor AZERTY (Belgen) gebruikers.
AZERTY gebruikers kunnen deze toetsen niet klikken, zonder dat ze de toets ALT GR ingedrukt houden op hun toetsenbord, dus moeten deze hiervoor een andere sneltoets instellen.
Persoonlijk gebruik ik hiervoor de open en sluit de haakjes (2). Maar hiermee doe je wat je wil natuurlijk.

Ik kan alleen zeggen aan de AZERTY-gebruikers: “stel hiervoor een sneltoets in”.
Je zal het heel wat keren nodig hebben, wanneer je begint te werken met Photoshop.

Mochten er onder jullie zijn die niet weten wat een sneltoets is. Een sneltoets is een toets of een combinatie van toetsen op het toetsenbord, waarmee we functies in een programma activeren.

 

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats