Office 2010 - Excel

Les 9: Basiskennis (1)

9/87 Lessen 

Telkens wanneer we Excel 2010 openen word een nieuwe werkmap geopend.
Standaard geeft Excel deze de naam “Map1”.
Mocht om een of andere reden dit werkblad bij jou zijn gesloten, klik je de knop “Bestand” (2) in het lint, en in de weergave “Backstage” kies je de categorie “Nieuw”, en dubbelklik je het sjabloon “Lege werkmap”.

Elke nieuwe werkmap beschikt standaard over drie werkbladen (3).
“Blad1″, Blad2” en “Blad3”. Hoe origineel.
Ben jij één van de velen dat meestal slechts één werkblad gebruikt, dan kunnen je dit aantal wijzigen. Dit hadden we gezien in Les 4, “Opties in Excel” – categorie “Algemeen”.

 

Werkbladen

Wens je de naam van een werkblad te wijzigen dubbelklik je op de naam (1) en begin je te typen.

Wens je een werkblad toe te voegen klik je de knop “Werkblad invoegen” (2).

Wens je een tabblad te verplaatsen, klik en sleep (1) je dit naar de gewenste positie.
Daar waar het zwarte driehoekje verschijnt (2), zal het werkblad zich positioneren wanneer je de muisknop los laat.

Wens je een werkblad te kopiëren doe je net hetzelfde, maar hou je de Ctrl-Toets op je toetsenbord ingedrukt.

 

Om een werkblad te kopiëren naar een andere werkmap open je beide werkmappen naast elkaar (zie les 13), je houdt de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt en je sleept het werkblad van de ene werkmap in de andere.

 

Wens je een werkblad te verwijderen, rechtsklik je het werkblad en kies je “Verwijderen” in het drop-downmenu.

 

Wens je de kleur van de tab van het werkblad te wijzigen, rechtsklik je de tab, kies je “Tabkleur” in het pop-upmenu, en kies je een kleur in de kleurenkiezer.

 

Wens je een werkblad te verbergen, rechtsklik je de tab, en klik je “Verbergen” in het pop-upmenu.
Om dit terug te tonen herhaal je deze handeling op een andere tab, maar kiest “Zichtbaar maken” in het pop-upmenu. Er zal een venstertje verschijnen met alle verborgen werkbladen.
Selecteer het werkblad dat je terug zichtbaar wil maken, en klik de knop OK.

 

Gegevens intypen

Het snijpunt van de kolom en de rij noemen we een cel. Al onze gegevens typen we in cellen.
Om een cel te identificeren gebruik je eerst de kolomtitel (bvb A) en dan het rijnummer (bvb 1).
Zo is in onderstaande afbeelding cel C5 geselecteerd.
Dit kun je zien door het zwarte kader waarmee deze is omlijnd, en in het naamvak.

Tekst wordt standaard links uitgelijnd, cijfers worden standaard rechts uitgelijnd.

Eénmaal je de gegevens in de cel hebt getypt, klik je de Entertoets op je toetsenbord.

Dit verplaatst jouw cursor één cel naar onder, in dezelfde kolom. Wens je dit te wijzigen, je kunt dit doen in het dialoogvenster “Opties voor Excel” onder het tabblad “Geavanceerd”.

Om informatie in te geven in een cel, selecteer je uiteraard eerst de cel en begin je dan pas te typen.

De informatie die je intypt verschijnt in de cel EN in de formulebalk.

Om te bevestigen klik je de Entertoets op je toetsenbord, en om de inhoud van een cel te wissen selecteer je de cel opnieuw en druk de Deletetoets op je toetsenbord.

 

TIPS!!

  1. Wens je dat dezelfde cel blijft geselecteerd wanneer je de Entertoets klikt, hou dan bij het klikken de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt.
  2. Wens je toch de celselectie naar rechts te verplaatsen, zonder dat je de optie hiervoor hebt gewijzigd in het dialoogvenster “Opties voor Excel”, klik dan de tabtoets op je toetsenbord.
  3. Wens je de celselectie naar links te verplaatsen, zonder dat je de optie hiervoor hebt gewijzigd in het dialoogvenster “Opties voor Excel”, klik dan Shift + tabtoets op je toetsenbord.
Formidabel U hebt Les 9 voltooid START VOLGENDE LES