de Toolbox (gereedschapspalet)

Hieronder vinden we een overzicht van de beschikbare tools (gereedschappen) in Photoshop.

	Move Tool		Pen Tool
	Rectangular Marquee Tool		Horizontal type tool
	Lasso Tool		Path selection tool
	Magic Wand		Rectangle tool
	Crop Tool		Notes tool
	Slice tool		Eyedropper tool
	Spot Healing Brush tool		Hand tool
	Brush tool		Zoom tool
	Clone stamp tool		Foregound and backgroundColor
	History Brush tool
	Eraser tool
	Gradient tool		Edit in Quick Mask Mode
	Blur tool		Change Screen Mode
	Dodge tool

Klikken we op een knop met een naar beneden wijzend driehoekje, opent zich een dropdown-menu met nog meer beschikbare tools.

Een aantal van deze tools worden besproken in les 65, 66, 67 en 68 en een aantal wanneer we deze daadwerkelijk gaan gebruiken in een les.

De Optiebalk

Onder de menubalk vinden we de Optiebalk.

In deze balk stellen we de opties in voor de tool die is geselecteerd in de Toolbox, hierdoor wijzigen deze instellingen en knoppen voortdurend.
Zo is bijvoorbeeld de Move tool geselecteerd in de hierboven getoonde foto van de Optiebalk.
En is de Rectangle tool geselecteerd in de hieronder getoonde afbeelding van de Optiebalk

Wanneer we leren hoe we de verschillende Tools (gereedschappen) kunnen gebruiken, kan je in deze balk de opties voor het geselecteerde tool (gereedschap) instellen.

We kunnen de Optiebalk zichtbaar of onzichtbaar maken door te klikken op Window (Venster) – Options (Opties) in de menubalk.

Afbeeldingvenster

Alle foto’s en/of afbeeldingen die we openen worden in het afbeeldingvenster geplaatst.
De verschillende geopende foto’s/afbeeldingen worden getoond in hun eigen venster.

Om een bestand te bewerken moeten we eerst het venster van de bepaalde foto of afbeelding selecteren, pas daarna selecteren we het gereedschap in de Toolbox waarmee we deze willen bewerken.

Hulplijnen (Drawing Guides)

We kunnen gebruik maken van verschillende hulplijnen om ons bij te staan in het maken van wijzigingen in onze afbeelding.
Om hulplijnen in te voegen klikken we View – Rulers in de Menubalk om de linialen zichtbaar te maken.
Wensen we een horizontale hulplijn toe te voegen, klikken en slepen we de muisaanwijzer van in de bovenste liniaal naar onder, we laten de muis los zodra we de positie van onze lijn bereikt hebben.
Idem dito voor verticale lijnen, maar dan beginnen we in de verticale liniaal. Logisch me dunkt.
We kunnen de positie van de hulplijn steeds wijzigen door met de muisaanwijzer over de hulplijn te bewegen tot deze veranderd in een dubbel pijltje, en deze te verslepen naar een andere positie.

We kunnen een hulplijn steeds verwijderen door deze terug te slepen in de liniaal.

We kunnen de “nulpositie” van onze linialen wijzigen door te klikken en te slepen op het vierkantje rechts bovenaan de linialen.

We brengen deze terug in de standaard positie door te dubbelklikken in het vierkantje.

Een ander hulpmiddel dat we kunnen gebruiken om onze wijzigingen en/of objecten op een juiste plaats te stationeren is de Grid (Raster).
Klik hiervoor op View (Weergave) – Show (Toon) – Grid (Raster) in de Menubalk.
Om het Grid (Raster) terug te verbergen klik je op dezelfde opdrachten in de Menubalk.

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats