Versnellen

Alle eigenschappen van de bewegingseditor ga ik hier niet uiteen zetten, moet je zelf maar wat mee proberen. Maar waar ik wel nog een woordje uitleg over kwijt wil is de eigenschap “Versnellen”.
In dit voorbeeld heb ik een object, en “bal”, waaraan ik een bewegings-tween heb toegevoegd van onder naar boven.

Het bewegings-pad dat verschijnt op het podium wanneer de bewegings-tween is geselecteerd bestaat uit een gekleurde lijn met stippeltjes. Elk van deze stippeltjes vertegenwoordigt een frame in de Tijdlijn.
Wanneer er geen versnelling op de tween is toegepast, is de afstand tussen deze stippeltjes gelijk (1). Dit betekent dat de afstand die wordt afgelegd tussen twee frames overal gelijk blijft.

Wanneer er echter wel een versnelling is toegepast op de tween zie je dat de afstand tussen deze stippeltjes niet meer gelijk is (2). Hoe groter de afstand tussen twee stippeltjes, hoe groter de afstand is die wordt afgelegd. Met andere woorden, hoe vlugger het object zich beweegt.

Dit bepalen we met de eigenschap “Versnellen”.

Om een versnelling toe te passen scroll je helemaal onderaan de bewegingseditor, naar de categorie “Versnellen”.
De standaard versnelling is “Eenvoudig (langzaam)”.
Wanneer je het getal (1) klikt naast deze standaard versnelling, kun je deze waarde wijzigen.
Typ je een hoog getal, zal het object snel van start gaan en de snelheid afbouwen.
Typ je een laag getal, bvb -100, zal de beweging van het object langzaam van start gaan en de snelheid opbouwen.

Nu we de waarde hebben ingegeven voor dit type versnelling, moeten we deze nog toepassen op een eigenschap, in dit geval de y-positie van het object.
Volg je nog? Natuurlijk.
De y-positie is de verticale positie van het object, en wanneer er iets valt is dit meestal naar beneden, dat hebben we geleerd op school.
De val van een object begint dit langzaam, en de snelheid wordt opgevoerd naarmate de val duurt.
Dus passen we de eigenschap van de y-positie aan.

Klik hiervoor het naar benedenwijzend pijltje naast deze eigenschap, en kies “Eenvoudig (langzaam)” in het lijstje.
Test de film (Ctrl+Enter).

In Flash hebben we een aantal vooraf ingestelde types van “Versnellingen”.
Voor we deze kunnen toepassen op een object moeten we deze aan het versnellingslijstje toevoegen.
Klik hiervoor het plusteken aan de rechterzijde van de categorie “Versnellen”, en kies een type.
Ook het type “Stuiteren” heeft een extra optie, namelijk het aantal.

Eénmaal je deze hebt toegevoegd, zal ook deze verschijnen in het lijstje met versnellingen, en kun je deze toepassen op een object.

 

Van Bewegingstween naar ActionScript

De reden om van een Bewegingstween een ActionScript-code te maken, is dat het je toelaat animatie aan verschillende objecten toe te voegen, terwijl de Flashfilm wordt afgespeeld.
Normaal zou dit onderwerp voor een cursus ActionScript moeten zijn, maar omdat dit in Flash CS4 zo makkelijk is gemaakt, zal ik je tonen hoe je dit doet.
Wat ik heb is een laag met daarin een bewegings-tween van een object. In dit geval onze bal.
Het eerste wat we doen is een laag toevoegen waar we de ActionScript-code gaan plaatsen (1).

Vervolgens rechtsklik je de bewegings-tween en kies je “Beweging kopiëren als Actionscrit 3.0” in het pop-upmenu.
Dit kopieert de ActionScript-code die wordt gebruikt voor deze bewegings-tween.
Verwijder de bewegings-tween in de laag “Cirkel”, deze hebben we niet mee nodig.
Rechtsklik hiervoor de tween, en kies “Tween verwijderen” in het drop-downmenu.
Vervolgens verwijderen we de overbodige frames, frames 2 t/m 15 (2), hebben we ook niet meer nodig.

Vervolgens selecteer je het object, in dit geval de bal, in frame 1 van de laag “Cirkel”, open je het eigenschappenvenster, en geef je dit de naam “bal”. Maakt niet uit welke naam je hiervoor gebruikt, zolang je het object maar een naam geeft, en deze onthoudt.

Vervolgens selecteer je het eerste frame van de nieuwe laag “AS”, en klik je de F9-toets op je toetsenbord.
Dit opent het venster “Handelingen”.
Met de cursor op de eerste lijn in het venster “Handelingen” klik je de knoppen Ctrl+V op je toetsenbord.
Dit plakt de ganse ActionScript-code in het “Handelingen”venster.

Scroll helemaal naar beneden in het venster “Handelingen” en verwijder de slashes voor de lijn 38.
Deze slashes geven enkel aan dat van de lijn commentaar is gemaakt, maar hiervan moet je je nog niks aantrekken, verwijder deze gewoon.

Wijzig de tekst <instance name goes here> in de naam die je hebt ingegeven voor het object op het podium. In dit geval was dit “bal”.

Test je film.

Je bent nu een volwaardig ActionScript-kenner. Dit is uiteraard een flauwe grap.
Je kent helemaal nog niks van ActionScript.
In deze cursus gaan we een klein beetje AS leren, maar wanneer ik eens veel tijd heb zal ik hierover eens een cursus schrijven.

Formidabel U hebt Les 35 voltooid START VOLGENDE LES