Patronen

In Illustrator hebben we drie mogelijkheden om een object te vullen.
De eerste twee hebben we gezien, een kleur en een kleurverloop.

Een derde vulling is een “patroon”.

Illustrator is standaard voorzien van een hele reeks patronen, die we allen terugvinden onder de knop “Menu staalbibliotheken” in het deelvenster “Stalen”.

Om een object te voorzien van een patroon, klik je de knop “Menu staalbibliotheken” in het deelvenster “Lagen”.
Kies je “Patronen” in het drop-downmenu, en klik je een categorie of subcategorie.
In het deelvenster van de categorie, klik je het patroon dat je wilt gebruiken.

Om de structuur van een gebruikt patroon te wijzigen dubbelklik je de knop “Schalen” (1) in de gereedschapbalk.
In het dialoogvenster dat verschijnt wijzig je de structuur door deze al dan niet proportioneel te wijzigen.
Let er wel op dat het selectievakje “Patronen” (2) is geselecteerd.
Klik de knop OK wanneer je klaar bent.

Wens je eerst een voorbeeld te zien voor je de wijziging bevestigt, selecteer je het keuzevakje “Voorvertoning” (A).

 

Patroon wijzigen

Wens je echter het patroon zelf te wijzigen, bijvoorbeeld de kleur, dan moet je eerst de vulling “uitbreiden”.

Selecteer hiervoor eerst het object waar het patroon is op toegepast.
Klik vervolgens de knop “Object” in de menubalk, en kies “Uitbreiden” in het drop-downmenu.
In het dialoogvenster dat verschijnt kies je “Vulling” (1) en klik je de knop OK.

Op het eerste zicht lijkt het of er niks is gebeurd.
Maar wanneer we wat inzoomen op het object en we het gereedschap “Direct selecteren” (2) kiezen in de gereedschapbalk, kunnen we elk object van dit patroon selecteren (3).
En wanneer we iets kunnen selecteren met het gereedschap “Direct selecteren”, kunnen we hiervan de vorm en de kleur wijzigen.
Hoe je dat doe moet je nu wel al weten.

Et voilà, mijn tafelkleed heeft nu een blauw bloempje.

Formidabel U hebt Les 29 voltooid START VOLGENDE LES