Kleureigenschappen

Dat we tekst kunnen opmaken met de verschillende tekststijlen, had ik je reeds verteld in de vorige les. Hetzelfde geldt voor vormen. Heb je een vorm toegevoegd aan je tekstvak, kun je ook deze opmaken met een tekststijl.

Om de kleureigenschappen te wijzigen van tekst of een vorm, klik je de knop “Kleureigenschappen” in de gereedschapbalk.
Dit opent het dialoogvenster “Kleureigenschappen”.

Zoals je goed opmerkt in onderstaande afbeelding, heb ik twee tracks met tekst. Het onderliggende is enkel een achtergrond gemaakt met het gereedschap “Rechthoek” (1).
En het bovenste is de tekst (2).

Of je nu de kleureigenschappen van een vorm of van een tekst wil wijzigen, dat maakt niet uit, het “Kleureigenschappen dialoogvenster” blijft hetzelfde.

Om de kleureigenschappen aan te passen selecteer je uiteraard eerst de tekst, en klik je daarna de knop “Kleureigenschappen” in de gereedschapbalk.
In het dialoogvenster kleureigenschappen hebben we een aantal opties.
De meeste, zo niet allen, zijn vanzelfsprekend, maar toch een klein woordje uitleg.

Bovenaan rechts hebben we de knoppen “transparant”, “wit”, en zwart” (3).
Hiermee maken we de geselecteerde tekst in de monitor transparant, wit, of zwart”, nogal logisch.

Heb je echter voor een verloop gekozen in het vak “Verloop” (5), dan wordt de kleur (A of B) die is geselecteerd in de kleurbalk (4) transparant, wit, of zwart.
Wens je een andere kleur klik je deze in het kleurvenster.
Weet je de RGB-code van de kleur typ je deze in de vakken R, G en B.

Zie je een kleurtje ergens op het scherm dat je wenst, bijvoorbeeld in een onderliggende videoclip, kies je het pipetje (4) en klik je deze kleur.

Klikken op het naar benedenwijzend pijltje naast het vak “Verloop” (5) geeft je tal van mogelijkheden om het kleurverloop van je tekst te bepalen. Deze ga ik hier niet allemaal overlopen want deze lijken me duidelijk. Wat ik misschien wel nog kan vertellen is wanneer je kiest voor “Verloop met vier kleuren” in het lijstje, je vier kleuren kunt instellen door het kleurvakje te selecteren in een hoek.

Onder het vak “Verloop” hebben we het vak “Slagschaduw”.
Wens je een schaduw toe te voegen aan de tekst, selecteer je eerst het aanvinkvakje, en bepaal je daarna de “Hoek”, de ” Afstand”, en de “Zachtheid”.

Tussen het vak “Verloop” en de “kleurenkiezer” hebben we nog de knoppen “Vulling” en “Lijn” (7).
Je kiest de knop Vulling wanneer je de vulling wil wijzigen van tekst die over een rand beschikt, je klikt de knop “Lijn” wanneer je hiervan de lijnkleur wil wijzigen.
Moet je uiteraard eerst een Lijndikte instellen.

Voor de rest moet je al deze mogelijkheden maar eens proberen.
Wat ik wel nog kan zeggen is, wanneer je een tekststijl hebt toegepast op een tekst, je ook deze stijl kunt aanpassen door te klikken op de knop “Kleureigenschappen”.

Heb je een nieuwe stijl gemaakt, of heb je een tekststijl gewijzigd die je later nog wil gebruiken, kun je deze opslaan.
Klik hiervoor de knop “Stijl opslaan”.
Dit opent een dialoogvenster waar je deze stijl een naam geeft, en de knop OK klikt wanneer je hiermee klaar bent.

Scroll je nu helemaal naar onder in de stijlenlijst, zul je zien dat de zojuist toegevoegde stijl is opgenomen in het lijstje.

 

Formidabel U hebt Les 17 voltooid START VOLGENDE LES