Waarom selecteren?

Door het maken van selecties kunnen we bepaalde delen uit een afbeelding isoleren, zodat enkel dat deel van de afbeelding wordt bewerkt.
In GIMP hebben we een aantal gereedschappen waarmee we delen van een afbeelding kunnen selecteren.
Deze gereedschappen (A) en hun opties (B) vinden we terug in de gereedschapskist, plus een aantal onder het menu “Selecteren” en “Gereedschap” in de menubalk.

 

Selecteren/Deselecteren

Om een deel van de foto te selecteren gebruiken we een van de vele selectiegereedschappen die GIMP heeft.
Bijvoorbeeld de “Rechthoekige selectie” (1).
Selecteer dit gereedschap in de gereedschapskist, en klik en sleep in de foto over het deel dat je wenst te selecteren (A).
Laat je de muisaanwijzer los, dan zie je het selectiekader als streepjes over de foto bewegen.
Het deel van de foto dat zich in het selectiekader bevindt, is geselecteerd (B).
Het deel dat er buiten valt, is niet geselecteerd.

 

Je kunt de afmetingen van het geselecteerde wijzigen door met de muisaanwijzer over de rand van de selectie te plaatsen, en wanneer je een blokje ziet, te klikken en te slepen (C).
Je kunt de positie van het geselecteerde wijzigen door de muisaanwijzer over het midden van het geselecteerde te plaatsen, en wanneer deze wijzigt in een vierdelig pijltje (D), te klikken en te slepen.

 

Je kunt het geselecteerde laten oplichten en het niet geselecteerde laten dimmen, door het selectievakje “Oplichten” te selecteren in het optiegedeelte (1).

In het optiegedeelte kunnen we ook de positie en de afmetingen wijzigen van het geselecteerde (2).

 

 

Is er geselecteerd wat je wenst te selecteren, klik je de Entertoets op je toetsenbord.

 

Wens je de selectie ongedaan te maken, klik je “Selecteren” in de menubalk, en kies je “Niets” in het drop-downmenu.

Wens je de selectie te inverteren, of om het in het Nederlands te zeggen “om te draaien” klik je “Selecteren” in de menubalk, en kies je “Inverteren” in het drop-downmenu.
Dit zal alles wat was geselecteerd, niet selecteren, en alles wat niet was geselecteerd, selecteren.

 

Opties selectie

Wanneer er een selectiegereedschap is geselecteerd, vinden we een aantal opties waarmee we deze selectie kunnen bewerken.

Omdat deze opties voor elk selectiegereedschap bijna net hetzelfde zijn, zal ik deze van het rechthoekig selectiegereedschap bespreken.

Bovenaan vinden we de verschillende modi (1).
Hiermee kun je een nieuwe selectie maken.
Een selectie toevoegen aan de huidige selectie.
Een selectie aftrekken van de huidige selectie.
En snijden uit een huidige selectie.
Dit laatste zal de nieuwe selectie wegsnijden uit de vorige selectie.

Daaronder hebben we de optie “Anti-aliasing”.
Deze gebruiken we om het zogenaamde karteleffect dat voorkomt, te verminderen.

Volgende is de optie “Zachte rand”.
Deze gebruiken we om de overgang tussen het geselecteerde en het niet geselecteerde, zacht te laten verlopen. Of beter gezegd te verdoezelen.

Volgende optie “Afgeronde hoeken” lijkt me duidelijk.
Dat je deze optie niet hebt bij het selecteren met het gereedschap Ovale selectie lijkt me ook duidelijk.

Volgende optie “Uitbreiden vanuit het midden” zal wanneer deze is geselecteerd, de selectie beginnen vanuit het middelpunt.

Selecteer je de optie “Vast”, dan kun je de Hoogte,

de Breedte of de Grootte met een vaste waarde instellen.

 

De vakken “Positie”, “Grootte” en “Oplichten” hebben we reeds gezien.

De optie “Geen hulplijnen” lijkt me ook duidelijk.

 

Formidabel U hebt Les 11 voltooid START VOLGENDE LES