Nieuwe laag toevoegen

Hoe je een nieuwe laag toevoegt had ik je reeds verteld in de vorige les.

Er zijn echter nog twee andere manieren.
Een eerste is de knop “Laag” te klikken in de menubalk van het documentvenster, en te klikken op “Nieuwe laag”.
Een tweede manier is de sneltoetscombinatie Shift+Ctrl+N te klikken op je toetsenbord.

Elk van deze manieren opent het dialoogvenster “Nieuwe laag” wat we hebben gezien in de vorige les

 

Nieuwe laag van zichtbaar

Dat we een duplicaat van een laag kunnen maken had ik je reeds verteld in de vorige les.
In GIMP hebben we echter ook de mogelijkheid van alle zichtbare lagen een nieuwe laag te maken.

Verberg hiervoor eerst alle lagen die je niet wil opnemen in de nieuwe laag, klik vervolgens de knop “Laag” in de menubalk, en kies “Nieuwe laag van zichtbaar”.

Dit maakt van de zichtbare lagen (A) een nieuwe laag (B).
Deze nieuwe laag krijgt automatisch de naam “Zichtbaar”, maar dit kun je uiteraard ook aanpassen.

 

Lagen samenvoegen

In GIMP hebben we de mogelijkheid een bovenliggende laag met een onderliggende laag samen te voegen tot een laag.

Rechtsklik hiervoor de laag die je wil samenvoegen met de onderliggende laag, en kies “Neerwaarts samenvoegen ” in het pop-upmenu.
De samengevoegde laag krijgt de naam van de onderste laag.

Een samengevoegde laag kun je enkel terug scheiden met de actie “ongedaan maken”.
De sneltoetscombinatie hiervoor is Ctrl+Z op je toetsenbord.

Dus denk goed na voor je lagen gaat samenvoegen.

 

Inhoud laag verwijderen

Hoe je een laag verwijderd had ik je ook al verteld in de vorige les. Voor diegenen die het vergeten zijn. Je selecteert de laag, en je klikt het vuilbak-icoontje in het lagenvenster.

Om de inhoud van een laag te verwijderen selecteer je de laag, en je klikt de Delete-toets op je toetsenbord.

 

Lagen herschikken

Hoe je lagen herschikt had ik je ook al verteld in de vorige les. Je selecteert de laag, en je klikt het naar beneden- of het naar onderwijzend pijltje in het lagenvenster.

Een andere manier is deze te klikken en te slepen in het lagenvenster naar de positie die je wenst.

 

Laag transformeren

Een andere manier om lagen te bewerken is deze te transformeren.
Deze optie laat ons toe de inhoud van een laag te spiegelen en te draaien.
Klik hiervoor de knop “laag” in de menubalk, kies “transformatie” in het drop-downmenu, en klik de transformatie die je wil uitvoeren.
Allen lijken me duidelijk, alleen wil ik de optie “Willekeurige draaiing” een beetje nader toelichten.

 

Wanneer we deze optie hebben geklikt, opent het dialoogvenster “Draaien”.

In dit dialoogvenster bepalen we de draaihoek. Dit kun je doen door een getal in te typen, te klikken en te slepen met de onderliggen schuifbalk, en door te klikken en te slepen met de inhoud van de laag in de afbeelding. Beweeg hiervoor de muisaanwijzer over de inhoud, en klik en sleep. Je zult zien dat de inhoud draait.

Een tweede optie die we kunnen instellen in dit dialoogvenster is het draaipunt.
Dit kun je doen door een waarde in te typen in de respectievelijke vakken (1), of door het cirkeltje (2) dat is verschenen in de afbeelding te klikken en te slepen naar de gewenste positie.

 

Formidabel U hebt Les 17 voltooid START VOLGENDE LES