Emmertje

Het emmertje vult het geselecteerde met de ingestelde voorgrondkleur (1) of achtergrondkleur (2).
Om met de voorgrondkleur een object te vullen klik je de muisaanwijzer in het geselecteerde.
Om met de achtergrondkleur een object te vullen hou je de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt terwijl je klikt. Of selecteer je de optie “AG-kleur vullen” in het optievenster.
Wens je het object te vullen met een patroon, selecteer je deze optie in het optievenster (A), en klik je het object.
Alle opties in dit venster lijken me duidelijk.

Om de voor- of achtergrondkleur te wijzigen dubbelklik je deze in de gereedschapskist, en in het dialoogvenster dat verschijnt (3), wijzig je de kleur.
In dit dialoogvenster hebben we vijf verschillende tabbladen (A), elk met hun eigen kleurenkiezer.
Dat ik deze hier niet allemaal ga overlopen is duidelijk. Het enige dat ik kan zeggen is, wanneer je een kleur hebt gevonden die je later nog wil gebruiken, klik je de knop met het naar rechts wijzend pijltje (C).
Dit voegt de kleur toe aan de vooraf ingestelde kleurenlijst (D).

 

Kleurverloop

We gebruiken het gereedschap “Verloop” (1) om een laag, of een geselecteerd deel uit een laag in te kleuren met een verloop van twee of meerdere kleuren.
Wanneer het gereedschap “Verloop” is geselecteerd, vinden we onderaan het gereedschapsvenster een aantal opties.
Bovenaan hebben we het vak “Modus”. Hiermee bepalen we het verloop tussen de geselecteerde laag en de onderliggende lagen. Maar hierover later meer.
Onder het vak modus hebben we de “Dekking”. Hiermee bepalen we de transparantie van het ingekleurde.
Daaronder hebben we de optie “Kleurverloop” (A). Wanneer we hierop klikken, opent er een menu met verschillende standaard meegeleverde kleurverlopen.
Diezelfde lijst met kleurverlopen vind je ook terug aan de rechterzijde van het document (B), onder het venster “Verlopen”.

Onder de optie “Kleurverloop” hebben we de schuifbalk “verschuiving”.
Hiermee bepaal je de hardheid van de overgang tussen de twee kleuren. Hoe hoger dit getal hoe harder de overgang zal zijn tussen de twee kleuren.

Vervolgens hebben we het vak “Vorm”.
Hiermee bepalen we de vorm van het verloop. Deze moet je allen maar eens proberen.

Daaronder hebben we de optie “Herhaal”. Wanneer dit is geselecteerd, zal het verloop worden herhaald. Hoeveel keer dit wordt herhaald hangt af van de lengte dat je sleept met de cursor.
Het beste is dat je al deze opties eens probeert, dan zie je onmiddellijk de uitwerking hiervan.

Wat ik wel kan zeggen is dat wanneer je klikt en sleept met het gereedschap “Kleurverloop”, de kleur waar je mee start de ingestelde voorgrondkleur (4) is en de kleur waar je mee eindigt de achtergrondkleur is (5).

 

Kleurverloop toevoegen/wijzigen (1)

Om een kleurverloop toe te voegen of te wijzigen moet het dialoogvenster “Kleurverlopen” zijn geopend.

De eerste vier verlopen die standaard aanwezig zijn in het lijstje, hebben allen betrekking op de voor-en achtergrondkleur die zijn ingesteld in de gereedschapskist (A).
Dus wijzig je deze, dan zullen ook deze verlopen automatisch worden aangepast.
Onthoud dit, dit kan later nog nuttig zijn.

Onderaan het dialoogvenster hebben we vijf knoppen. Ik zal ze even overlopen:

1. Kleurverloop bewerken
2. Nieuw kleurverloop
3. Kleurverloop dupliceren
4. Kleurverloop verwijderen
5. Kleurverlopen vernieuwen

De standaard kleurverlopen die aanwezig zijn in het lijstje kunnen niet worden gewijzigd.
Dit wordt duidelijk wanneer je er een kiest, en de knop “Kleurverloop wijzigen” klikt.

Dus wens je toch een standaard kleurverloop te wijzigen, moet je dit eerst dupliceren, en daarna het duplicaat wijzigen.

We gaan eerst eens kijken hoe we een nieuw kleurverloop toevoegen. Wanneer we dat kunnen, is het een fluitje van een cent een duplicaat te wijzigen.

Klik de knop “Nieuw kleurverloop” in de menubalk van het dialoogvenster “Kleurverlopen”.
Dit opent het venster “Kleurverloopbewerker” (1).
Pas het formaat hiervan aan door de muisaanwijzer over de rand te plaatsen, en wanneer deze wijzigt in een dubbel pijltje, te klikken en te slepen (2).

Dit geeft ons een groter venster, waar het makkelijker is in te werken.

 

We gaan verder in de volgende les, want ik heb nog lang niet gedaan.

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats