Het navigatiepaneel

We vinden het navigatiepaneel in de module “Bibliotheek” en in de module “Ontwikkelen”.
Beide zijn net hetzelfde.
Om het Navigatiepaneel te openen klik je het naar benedenwijzend pijltje, naast de tekst “Navigator” aan de linkerzijde van het venster (1).
In het navigatiepaneel hebben we de mogelijkheid in te zoomen op de foto (2).
Het deel van de foto dat wordt getoond in het fotovenster, wordt getoond in een grijs kader in het navigatievenster. Hoe meer je bent ingezoomd, hoe kleiner het kadertje dus.

Door je muisaanwijzer in dit grijze kader te plaatsen, en te klikken en te slepen, kun je verschillende delen uit de foto bekijken.
Hetzelfde bereik je door de muisaanwijzer in de afbeelding te plaatsen, en te klikken en te slepen.

Door te klikken op de knop “Passen” zal de foto terug in zijn geheel worden weergegeven.

Om in te zoomen op een geklik punt in de foto moet je een voorkeur wijzigen in het dialoogvenster “Voorkeuren”.
Klik hiervoor de knop “Bewerken” in de menubalk, en kies “Voorkeuren” in het drop-downmenu.
In het venster dat verschijnt selecteer je het vakje “Gecentreerd inzoomen op het punt waarop wordt geklikt”.

Wanneer je de muisaanwijzer beweegt over de miniatuurweergave, wordt deze getoond in het navigatievenster (1).
Wanneer je de muisaanwijzer beweegt tussen het werkgebied en de filmstrip wijzigt deze in een dubbel pijltje (2). Klik en sleep je deze naar boven of onder, dan wijzig je de grootte van de miniatuurweergaves.

Rasterweergave en Loepweergave

In de bibliotheek hebben we twee type weergaves.
Je hebt de “Rasterweergave” (1), en je hebt de “Loepweergave” (2).
De rasterweergave toont ons alle geïmporteerde foto’s. De loepweergave toont enkel de geselecteerde foto in de miniatuurweergave.
Wens je de informatie (3), zoals afmetingen, ook weer te geven in de rasterweergave, klik je de J-toets op je toetsenbord.
Wens je deze informatie te verbergen in de loepweergave, klik je de i-toets op je toetsenbord.

Wens je de informatie, die wordt weergegeven, te wijzigen, klik je de knop “Weergave” in de menubalk, en kies je “Weergaveopties” in het drop-downmenu.
Dit opent het dialoogvenster “Weergaveopties Bibliotheek”, met twee tabbladen.
Eén voor de “Rasterweergave” en één voor de “Loepweergave”.
In beide tabbladen bepaal je welke informatie je wenst te zien.
Ik denk dat alle opties hier wel duidelijk zijn.

Formidabel U hebt Les 4 voltooid START VOLGENDE LES