Primaire Sleutel

Voor we relaties kunnen maken tussen de verschillende tabellen, moeten we eerst de verschillende tabellen hebben gemaakt.

Mocht je niet meer weten welke tabellen dit zijn, kijk dan even terug in les 7 om te weten welke tabellen je nog nodig had, en welke velden deze moeten hebben.

Dit is een tabel “Liedje”, met de velden “Titel liedje”, “ZangerID”, “AlbumID”, “Speelduur”, “Genre”, en “Datum”.
En een tabel “LeadZangers”, met de velden “ZangerID”, “Naam”, en “Voornaam”.
Laat ons eerst beginnen met de tabel “LeadZangers”.
Om een tabel te maken hebben we twee mogelijkheden,
1. je kunt deze maken in “Gegevensbladweergave”, en
2. je kunt deze maken in “Ontwerpweergave”.

Omdat ik de eerste tabel (“Album”) reeds heb gemaakt in “Gegevensbladweergave”, kies ik nu voor “Ontwerpweergave”.

Selecteer het tabblad “Maken” in het lint, en klik de knop “Tabelontwerp”.

Ik geef de verschillende naamvelden in met hun gegevenstype.
Voor het vak “ZangerID” is dat “AutoNummering”, en voor de overige twee is dit “Tekst”.

Wanneer we een tabel maken in “Ontwerpweergave”, moeten we manueel een primaire sleutel instellen, althans wanneer we er één willen.
Ik selecteer hiervoor het veld “ZangerID”, en klik de knop “Primaire sleutel” in het lint.

Ik wil namelijk geen twee zangers met hetzelfde ID.

Naast de veldnaam verschijnt er een icoontje van een sleutel.Mocht je een vergissing hebben gemaakt, of wil je later de primaire sleutel wijzigen, geen probleem. Selecteer het veld dat je hebt ingesteld als “Primaire sleutel”, en klik de knop “Primaire sleutel”. Het icoontje zal verdwijnen.

Kies het juiste veld, en klik nogmaals op de knop “Primaire sleutel”.
Is alles juist ingesteld, klik je de knop “Opslaan” in de werkbalk “Snelle toegang”.

In het dialoogvenster dat verschijnt geef je de tabel een naam, in dit geval “LeadZangers”, en klik je de knop OK.

Wanneer je alles correct hebt uitgevoerd zou deze tabel nu moeten verschijnen in het deelvenster.

We herhalen dit alles voor de tabel “Liedje”.
In de tabel “Liedje” hebben we de volgende velden nodig:
“Titel liedje”, “ZangerID”, “AlbumID”, “Speelduur”, “Genre”, en “Datum”.Voor alle velden kies ik het gegevenstype “Tekst”, met uitzondering van de velden “ZangerID”, en “AlbumID” die toch uit nummers bestaan.
Het veld “Datum” bestaat uit 4 cijfers (vb.1992) of de letters “nb” wanneer deze niet bekent is.
Dus het gegevenstype “Tekst” is hiervoor prima.

Wanneer ik deze tabel wil opslaan, verschijnt er een waarschuwingsvenster waarin staat vermeld dat ik geen “Primaire sleutel” heb ingesteld.
Ik heb twee keuzes, ik laat Access voor mij één maken, of ik moet er geen.

Omdat het veiliger is in elke tabel te werken met een primaire sleutel, kies ik voor de eerste optie, en klik ik op “Ja”.
Er wordt automatisch een veld toegevoegd met een primaire sleutel, en het gegevenstype “AutoNummering”. Eventueel kan je hiervan de veldnaam nog wijzigen in iets meer toepasselijk.

Dit is wat je nu zou moeten hebben:

Drie tabellen, 1 “Album”, 2 “LeadZangers”, en 3 “Liedje”.
In de volgende les gaan we deze met elkaar verbinden.

Misschien nog even dit:
– wens je een rij in te voegen tussen twee reeds bestaande rijen, selecteer je de rij waarboven je een rij wil invoegen, en klik je de knop “Rijen invoegen” in het lint.
– wens je een rij te verwijderen, selecteer je de rij, en klik je de knop “Rijen verwijderen” in het lint.

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats