1. Kennismaking met OneNote 2010

Microsoft OneNote 2010 is een digitaal notitieblok dat plaats biedt voor notities en informatie. Met het additionele voordeel van krachtige zoekfuncties om snel te vinden waar je naar zoekt. Eenvoudig te gebruiken gedeelde notitieblokken zodat je de overbodige informatie kunt beperken en effectiever met anderen kunt samenwerken.

 

In tegenstelling tot systemen die op papier zijn gebaseerd, tekstverwerkingsprogramma’s, e-mailsystemen en andere productiviteitsprogramma’s, biedt OneNote je de flexibiliteit om tekst, afbeeldingen, handgeschreven, digitale tekst, audio- en video-opnamen en veel meer te verzamelen en te ordenen en dit allemaal in één digitaal notitieblok op de computer. OneNote helpt je om productiever te worden, door de informatie die je nodig hebt onder handbereik te houden en de tijd te beperken die je verspild met het zoeken naar allerlei informatie in e-mailberichten, papieren notitieblokken, bestandsmappen en afdrukken.

 

OneNote 2010 is een geïntegreerd onderdeel van Microsoft Office 2010, waardoor het een-voudiger is om jouw notities en informatie efficiënter en effectiever te verzamelen, ordenen, zoeken en delen. Dankzij krachtige zoekfuncties kun je informatie vinden in tekst in afbeel-dingen en in gesproken tekst in audio- en video-opnamen. Dankzij gebruiksvriendelijke hulpmiddelen kunnen teams, zowel online als offline, beter samenwerken door gebruik te maken van al deze informatie in gedeelde notitieblokken.

 

Doordat je alle informatie onder handbereik hebt, biedt OneNote je een oplossing voor de overvloed aan informatie, stelt het je in staat om effectiever samen te werken met anderen en helpt het je om taken, planningen en teaminformatie beter te verwerken. Het vertrouwde uiterlijk van het Microsoft Office-systeem maken het mogelijk om het programma direct te gaan gebruiken.

 

1.1. Hoe ziet OneNote eruit?

Het openen van OneNote gaat als volgt:
Ga via Start naar Alle programma’s. Van uit Microsoft Office klik je op OneNote.

Nadat OneNote voor het eerst is opgestart verschijnt het openingsscherm.

Dit is het openingsscherm van OneNote 2010. OneNote werd voor het eerst geïntroduceerd in Office 2003. Nadien ook in Office 2007.

 

Inmiddels is OneNote 2010 een onderdeel van Office 2010, het uiterlijk is veranderd en de mogelijkheden zijn weer uitgebreid t.o.v. de vorige versies.
In de introductie heb je kunnen lezen wat het programma allemaal te bieden heeft.

 

Leuk, maar wat voor meerwaarde heeft dat voor mij? Ik heb al een agenda, ik kan taken kwijt in Outlook, we kunnen notities maken in Outlook, we kunnen ook mailtjes bewaren.

 

Goede vraag als je de introductie leest. Op het moment dat ik voor het eerst kennis maakte met OneNote was voor mij het helemaal niet duidelijk wat dit programma te bieden heeft. Nadat ik mij erin verdiept hebt is het een geweldig programma waar ik niet zonder meer wil.

Het lint is standaard niet geactiveerd. Deze kunnen we activeren door op het pijltje te klikken wat rechts naast het vraagteken staat.

Klikken we nu op het pijltje dan verschijnt het lint

 

 

We zien de knop Bestand, die altijd zichtbaar blijft. Daarnaast de 6 tabbladen, resp. Start, Invoegen,Delen, Tekenen, Controleren en Beeld.
De informatie is geordend in notitieblokken (overzicht linkerkant scherm 1). We zien in de afbeelding hieronder een aantal notitieblokken, Persoonlijk, Word 2010, OneNote 2010 en Windows 7. Een notitieblok heeft secties (tabbladen) en sectiegroepen (groep tabbladen met eigen naam). De tabbladen staan aan de bovenkant van het scherm (2).

 

Het notitieblok Persoonlijk heeft in de afbeelding hieronder drie tabbladen, Algemeen, Losse notitiesen Nieuwe sectie.

 

Iedere sectie bestaat uit pagina’s (geordend aan de rechterkant van het scherm (3). De pagina’sOneNote houdt alles bij op, Basisprincipes van OneNote, Bovenste gebruikt en Wat is nieuw. Zo heb je in één scherm een overzicht van al je informatie. De inhoud van een pagina kun je met één druk op de knop verzenden per e-mail.

 

 

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats