Kleur

Wanneer we in Paint Shop Pro Photo willen verven, tekenen of vullen in een nieuwe of bestaande afbeelding, moeten we eerst een kleur kiezen.
Eén manier is deze te klikken in de kleurenkiezer bovenaan één van de drie tabbladen in het palet “Materialen”.
Een tweede manier is in het dialoogvenster “Eigenschappen van materiaal”.
Om dit te openen klik je het vak 1 of 2 voor de voorgrond en de rand, en 3 of 4 voor de achtergrond en de vulling.
Het dialoogvenster “Eigenschappen van materiaal” beschikt over drie tabbladen, “Kleur”, ” Verloop” en “Patroon”.
Afhankelijk van welke optie er is geselecteerd onder de knop “Stijl” (5), zal in dit dialoogvenster automatisch het tabblad zijn geselecteerd.

En kleur kiezen in het dialoogvenster “Eigenschappen van materiaal” kan op verschillende manieren.
Een eerste manier is in het “Kleurwiel” een kleurtoon te bepalen, en in het vak “Verzadiging” de kleur te selecteren.
Een tweede manier is een kleur te kiezen in het deelvenster “Basiskleuren”.
Een derde manier is door gebruik te maken van RGB-waarden of KVH-waarden.
RGB is voor rood, groen en blauw. KVH is voor kleurtoon, verzadiging en helderheid.
En een vierde manier is een HTML-kleurcode intypen in het HTML-vak.

 

Verloop

Voor wie niet mocht weten wat een “Verloop” is, een verloop is een geleidelijke samenvloeiing van twee of meerdere kleuren.

Het eerste wat je doet is een bestand openen. Om een nieuw bestand te openen klik je de knop “Nieuw” in de standaard werkbalk, kies je een voorinstelling, of typ je de afmetingen voor het bestand in het dialoogvenster dat verschijnt.
Het tweede wat we doen is de optie “Verloop” kiezen onder de knop “Stijl”.
Standaard wordt het laatst gekozen verloop getoond, maar ook hier klikken we het vak 1,2,3 of 4, en opent het dialoogvenster “Eigenschappen van materiaal”. Ditmaal is het tabblad “Verloop” geselecteerd.

 

Dit gaan we even van dichterbij bekijken.

Klikken op de vervolgkeuzelijst “Verloop” (1) opent een lijst met miniatuurweergaven van de beschikbare verlopen.
Wens je één van deze te gebruiken, klik je op deze miniatuurweergave. De vervolgkeuzelijst wordt automatisch gesloten. Beweeg je de muisaanwijzer over de miniatuurweergave, dan wordt de naam van het verloop weergegeven.

De hoek of richting van het verloop bepalen we door een waarde in te typen in het vak “Hoek:” (2) of door wijzer in het miniatuurvenster te verslepen.
In het vak “Herhalingen” (3) bepalen we het aantal keren (minimaal 0, maximaal 100) dat het verlooppatroon moet worden herhaald.
Door te klikken op de knop “Bewerken” (4) wijzigen we een bestaand verloop, maken we een nieuw verloop, of verwijderen we een verloop. Maar hierover meer in het volgende onderdel van deze les.
In de sectie “Stijl” (5) kiezen we de stijl van het verloop, Lineair , Rechthoekig , Zonnestraal of Radiaal.
In de sectie ” Middelpunt” (6) bepalen we de horizontale en verticale coördinaten van het punt waarvandaan het verloop zich verspreidt.
In de sectie “Brandpunt” (7) bepalen we de horizontale en verticale coördinaten van het punt waarop de voorgrondkleur van het verloop begint.

 

Wanneer we de knop “Bewerken” (4) hebben geklikt opent een tweede dialoogvenster.

In het dialoogvenster “Verloopbewerker” kunnen we de kleuren, overgangspunten en transparantie van verlopen wijzigen. We kunnen standaardverlopen bewerken of eigen verlopen maken. Verder kunnen we de naam van verlopen wijzigen, verlopen verwijderen en opslaan.

Bovenaan links vinden we een lijst met standaard verlopen. Rechts daarvan hebben we een aantal knoppen die me allen duidelijk lijken.

In de sectie “Verloop” vinden we de kleuren en overgangspunten die worden gebruikt in het verloop. Deze worden aangegeven door viltstiftenen middelpunten.
Viltstiften duiden punten met een effen kleur aan.
Middelpunten duiden de posities aan waar twee kleuren in gelijke mate zijn gemengd.

Je kunt viltstiften en middelpunten verplaatsen door deze te klikken en te slepen.

 

Je kunt kleuren (viltstiften) verwijderen door deze weg te slepen van de verloopbalk.
Je kunt kleuren toevoegen door te klikken op een positie onder de verloopbalk.
Je kunt kleuren wijzigen door de kleur (viltstift) te selecteren, te klikken op de kleurenkiezer, en een kleur te kiezen in het pop-upvenster.

 

Hetzelfde geldt voor de sectie “Transparantie”. Ook hier kunnen we door middel van viltstiften toe te voegen of te verwijderen, de dekking bepalen van de verschillende markeringen. Selecteer hiervoor een viltstift, en geef een dekkingswaarde in het veld “Dekking”.

Formidabel U hebt Les 18 voltooid START VOLGENDE LES