WordPad opstarten

WordPad is een sterk veréénvoudigde versie van het programma Microsoft Word, en wordt ons gratis gegeven door Mr. Gates (Bill voor de vrienden) van Microsoft, wanneer we Windows XP kopen.

In deze les zullen we een aantal vaardigheden opdoen die ons basisdocumenten leert creëren.

Om WordPad te openen klikken we op de knop “Start” in de taakbalk.

We kiezen “Alle programma’s” – “Bureau-Accessoires” – “Wordpad”.les06_image01Eénmaal WordPad is geopend, kunnen we beginnen typen.

De knipperende cursor verteld ons waar de tekst zal worden ingevoerd in het document.

Wanneer de cursor op het einde van een lijn komt, zal deze automatisch naar de volgende lijn springen.

Alleen wanneer we een nieuwe paragraaf willen beginnen, klikken we op de Enter-toets van ons toetsenbord.

Wanneer we de Shift-toets ingedrukt houden terwijl we op een letter klikken op ons toetsenbord, zal deze worden weergegeven als hoofdletter.

Wanneer we de Shift-toets ingedrukt houden terwijl we op andere knop drukken dan een letter, zal deze het hoogste symbool van de toets weergeven.

bvb.: Wanneer je de Shift-toets ingedrukt houd, en klikt op de komma-toets in de onderste rij van het toetsenbord, zal deze een ? (vraagteken) typen.

We kunnen letters of andere tekens verwijderen door de cursor rechts naast de letter te plaatsen en te klikken op de “Back-Space” toets op ons toetsenbord.

Of de letter(s) te selecteren en op de Delete-toets te klikken op ons toetsenbord.

les06_image02

Tekst bewerken

Het kan handig zijn, tekst die we reeds hebben getypt, te verplaatsen of te kopiëren naar een andere plaats in ons document, of naar een ander document.

Wanneer we de tekst willen verplaatsen kunnen we dat op twee manieren doen:

  1. we selecteren de tekst met onze muis, door te klikken voor de eerste letter houden de Shift-toets ingedrukt en klikken na de laatste letter. Als al de tekst is geselecteerd (de geselecteerde tekst heeft nu een blauwe achtergrond), klik en sleep je deze naar de gewenste positie.
  2. we selecteren de tekst, klikken op de knop Knippen , plaatsen de cursor in ons document waar we de tekst willen, en klikken op de knop Plakken .

Wanneer we de tekst willen kopiëren, klikken we op de knop Kopiëren , plaatsen de cursor in ons document, of een ander document waar we de tekst willen, en klikken op de knop Plakken .

Je kan beide handelingen (kopiëren en knippen) ook vinden in de werkbalk onder het menu Bewerken.

Tekst opmaken

Tekst opmaken doen we met de knoppen in de Opmaakwerkbalk:

les06_image06

Voor we echter tekst kunnen opmaken moeten we deze eerst selecteren.

Niet geselecteerde tekst zal niet worden gewijzigd wanneer we één van bovenstaande knoppen klikken.

In het eerste vak “Letter Type” kunnen we het lettertype dat we wensen selecteren uit het dropdown-menu wanneer we klikken op het pijltje.

In het tweede vak kiezen we de grootte van de letter die we wensen, ook door te klikken op het pijltje naast het vak.

Klikken op de knop Vet, maakt onze tekst vet (nogal logisch).

Idem dito voor de rest van de knoppen.

Alleen bij de knop “Kleur” moeten we een kleur kiezen uit de drop-downlijst.

Een document opslaan

Nadat we een document hebben aangemaakt kunnen we dit opslaan.

We klikken hiervoor op de knop “Opslaan” in onze werkbalk.

Indien dit de eerste maal is dat we dit document opslaan, zal Windows willen weten waar we het document willen opslaan.

We kiezen een map op onze computer, of kiezen het diskettestation, geven het bestand een naam, en klikken op “Opslaan”. Als je kiest voor diskettestation, vergewis je er dan van dat er een diskette in het station zit.

Een document openen

Om een eerder gemaakt document terug te openen, klikken we de “Openen”knop in de werkbalk.

We zoeken de plaats waar we het document hebben opgeslagen, selecteren het, en klikken op “Openen”.

Een document afdrukken

Om een document te printen openen we eerst het document, en klikken op de knop “Afdrukken”

Uit het dialoogvenster kiezen we de printer die we willen gebruiken, en klikken op “Afdrukken”.

Een document sluiten

We klikken op bovenaan rechts in onze werkbalk om ons document te sluiten.

Wanneer we wijzigingen hebben aangebracht, en deze nog niet hebben opgeslagen, zal Windows ons vragen of we deze eerst willen opslaan.

Klik op Ja als je dit wil.

Klik op Nee als je dit niet wil.

Klik op Annuleren, als je wil verder gaan met het bewerken van het document.

Formidabel U hebt Les 6 voltooid START VOLGENDE LES