Photoshop - CS4

Les 3: Kennismaken met Photoshop CS4 (3)

3/84 Lessen 

Deelvensters

Wanneer we Photoshop openen worden alle “deelvensters”, ook wel eens “panelen” of “paletten” genoemd, geopend aan de rechterzijde van het venster. Deze zijn weliswaar dichtgevouwen maar alle beschikbare panelen worden getoond.
Om deze uit te vouwen klik je het dubbele naar rechtswijzend pijltje, bovenaan rechts in de deelvensters (1).
In deze panelen vinden we veel van de opdrachten die we kunnen uitvoeren in Photoshop.
Hetzelfde kun je trouwens met de gereedschapset. Normaal worden alle gereedschappen weergegeven op één rij, maar wens jij deze weer te geven op twee rijen, dan klik je het dubbele naar rechtswijzend pijltje bovenaan de gereedschapset (2).Al deze verschillende deelvensters kunnen we door middel van te klikken en te slepen met de titelbalk van het deelvenster (3), positioneren waar we deze het liefste willen hebben.

Men kan een palet sluiten door het naar benedenwijzend pijltje te klikken in de titelbalk van het palet, en te kiezen voor “Sluiten” in het drop-downmenu (4). Of wanneer het een losgekoppeld palet is, het x-icoontje te klikken.
Je kunt een “groep” maken van verschillende paletten door de “tabs” van deze allen op dezelfde titelbalk te slepen.
Je kunt een hele groep paletten sluiten door het naar benedenwijzend pijltje te klikken in de titelbalk van het palet (4) en te kiezen voor “Tabgroep sluiten” in het drop-downmenu.

Met die deelvensters kun je werkelijk alle kanten uit. Ik kan alleen maar zeggen, open diegene die je op het moment veelvuldig gebruikt, en sluit diegene die je later eens zal gebruiken. Op deze manier behoudt je de optimale werkruimte voor je afbeelding.

Om een deelvenster te openen klik je de knop “Venster” in de menubalk, en klik je het deelvenster dat je wil openen in het drop-downmenu.

Nog even een tipje misschien.
Wanneer de deelvensters zijn dichtgevouwen, kun je de icoontjes zien die bij de deelvensters horen.
Klik en sleep je met de rand van de deelvensters, dan kun je hiervan de breedte wijzigen, en op deze manier ook de hierbij horende labels zien.

Nieuw in Photoshop CS4 is wanneer je beschikt over twee monitors, je alle deelvensters kunt slepen naar de tweede monitor. Ook op deze manier behoudt je de optimale werkruimte voor je afbeelding.
Een derde manier om vlug alle deelvensters te laten verdwijnen is de sneltoetscombinatie Shift + Tab te klikken op je toetsenbord. Herhaal deze handeling wanneer je de deelvensters terug wil weergeven.

Opslaan van de werkomgeving
Heb je alle deelvensters geopend en geplaatst waar jij de wenst, kun je deze werkruimte opslaan.
Klik hiervoor de schakelknop “Webruimte” in de “Toepassingsbalk”, en kies “Webruimte opslaan” in het drop-downmenu.
In het dialoogvenster dat verschijnt geef je hiervoor een naam, selecteer je de optie “Deelvensterlocaties”, en klik je de knop “Opslaan”.

Heb je bepaalde sneltoetscombinaties ingesteld die je wil opslaan, selecteer je ook dit vakje.
En heb je bepaalde menu-items toegevoegd aan een menu, dan selecteer je ook dit vakje.
maar meer hierover in de volgende les.

Heb je nu een aantal vensters geopend en wil je terugkeren naar jou vertrouwde webruimte, hoef je enkel de schakelknop “Webruimte” te klikken en de zojuist aangemaakte Webruimte te kiezen.

Toepassingsbalk
Naast onze menubalk vinden we dus de “Toepassingsbalk”, althans toch voor de PC-gebruikers.
In de “Toepassingsbalk” vinden we een aantal van de veel gebruikte gereedschappen in Photoshop. Bijvoorbeeld het “Handje” (1) en het “Zoomgereedschap” (2), plus een aantal nieuwe gereedschappen zoals de gereedschappen “Weergave roteren” (3) en “Documenten rangschikken” (4).
Over “Documenten rangschikken” heb ik het uitgebreid in les 8. Over “Weergave roteren” in Les 9.
Niet nieuw in Photoshop, maar wel nieuw in de “Toepassingsbalk” zijn dan weer de knoppen “Extra’s tonen” (5) en “Schermmodus” (6).

De knoppen “Handje” en “Zoomen” worden later uitgebreid besproken, de knop “Weergave roteren” (3) laat ons toe de weergave van de afbeelding te roteren, niet de afbeelding. Dit kan zijn nut hebben bij het bewerken van de afbeelding. Maar zoals gezegd, dit komt later nog aan bod.
De knop “Documenten rangschikken” (4) laat ons toe verschillende geopende bestanden op verschillende manieren te bekijken. Ook deze optie bespreek ik later nog.
En dan hebben we nog de knop “Schermmodus” (6). Door deze te klikken hebben we de keuze uit drie schermmodi.
Standaardscherm, Volledig scherm met menubalk en volledig scherm.
Kies je voor de modus “Volledig scherm”, gebruik je de ESC-toets op je toetsenbord om terug te keren naar de modus standaardscherm. Heb je gekozen voor “Volledig scherm met menubalk” dan beschik je nog steeds over de menubalk met daarin de optie om de schermmodus te wijzigen.

Door te klikken op de knop “Extra’s tonen” (5) kunnen we op een vrij vlugge manier de linialen, hulplijnen en rasters tonen of verbergen in de afbeelding.
Dit moet ik nog even zeggen. Standaard word de liniaal ingedeeld in cm, wens jij liever met mm, inches of pixels te werken, rechtsklik je een liniaal en maak je de keuze in het drop-downmenu.

Formidabel U hebt Les 3 voltooid START VOLGENDE LES