De Taakbalk

Net als in vorige versies van Windows kunnen we ook in Vista de positie van de taakbalk wijzigen.
Het eerste wat je hiervoor moet doen is de taakbalk ontgrendelen.
Klik hiervoor op een lege plaats in de taakbalk met de rechtermuisknop, en “Taakbalk ontgrendelen” in het pop-upmenu dat verschijnt.
Klik en sleep de taakbalk naar de positie op je scherm waar je deze wenst, aan de linkerzijde, rechterzijde, of bovenaan.

Klikken op het dubbele naar rechtswijzend pijltje naast de werkbalk “Snel starten”, of op het naar links wijzend pijltje naast het Systeemvak zal deze beiden ontvouwen.
Wanneer de taakbalk ontgrendeld is kunnen we afmeting van de werkbalk “Snel starten” en het “Systeemvak” aanpassen door te klikken en te slepen met de sleephendels, dat zijn de puntjes die verschijnen op de taakbalk.

Om programma’s toe te voegen aan de werkbalk “Snel starten” rechtsklik je dit in het menu Start, en kies je “Aan Snel starten toevoegen” in het pop-upmenu.
Om programma’s te verwijderen uit de werkbalk “Snel starten”, rechtsklik je dit in deze werkbalk, en kies je “Verwijderen”. In het dialoogvenster dat verschijnt klik je op de knop “Ja” om te bevestigen.

Tip:
Om nog sneller een programma te starten dat zich bevindt in de werkbalk “Snel starten”, klik je het nummer van de plaats waar zich het programma bevindt in de werkbalk “Snelle toegang”, terwijl je de “Windowsknop” op je toetsenbord ingedrukt houdt.
Bijvoorbeeld, mocht ik de toets 3 klikken op mijn toetsenbord terwijl ik de Windowsknop ingedrukt hou, dan zal het programma Explorer starten (zie hiervoor de afbeelding hierboven).

Wat ook nieuw is in Vista, wanneer je met de muisaanwijzer over het bestand in de taakbalk wijst, er een voorbeeldvenstertje verschijnt van het bestand.

Wat ook wel handig en nieuw is, wanneer je meerdere mappen en programma’s open hebt, en je wil bijvoorbeeld uit de ene map een bestand plaatsen in een ander document, je dit vroeger moest doen door te knippen en te plakken.
In Windows Vista hoeft dit niet meer.
Je sleept gewoon het bestand, bijvoorbeeld een foto uit de map “Afbeeldingen” naar de taakbalk waar zich het geopende document bevindt, bijvoorbeeld een Worddocument.

Je zult zien dat het document, in dit geval een Worddocument, wordt geopend. Laat de muisaanwijzer los wanneer je de positie in het Worddocument hebt bereikt waar je de afbeelding wil plaatsen.

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats