Magic Tools

De “Magic tools” vinden we in de rechter kolom van de gereedschapbalk.

Deze zijn de “Magic Brush” (1).
De “Magic Bucket” (2).
De “Magic Wand” (3).
En de “Magic Pen” (4).

 

De eerste drie gebruiken de vensters “Keep” en “Drop” plus de highlighters om te bepalen welke kleuren er worden verwijderd, en welke er worden behouden.

De laatste, de vierde, detecteert de rand in afbeelding.

Laat ik het eerst eens hebben over het gereedschap “Magic Brush”.
Wanneer deze is geselecteerd, vinden we in het deelvenster “Tool Options” een aantal opties die we kunnen instellen.
Met de eerste optie bepalen we de penseelgrootte (Brush Size) en de penseelrand (Brush Edge).
Dus hoe zachter de overgang tussen het masker en de overige pixels moet zijn, hoe hoger je het percentage instelt voor de Brush Edge.
Moet je glas, of rook, of zoals in onderstaand geval een zeepbel maskeren, stel deze dan in op een hoge waarde. Bv 85%.

Onder de penseelinstellingen hebben we de opties “Transition” en “Treshold”.
Hoe lager de waarde van de “Treshold”, hoe minder van de afbeelding zal worden behouden.
Met andere woorden, hoe hoger de “treshold” ingesteld, hoe juister de kleur moet overeenkomen met de ingestelde kleuren in het “Drop”-venster.

En als laatste optie hebben we nog het aanvinkvakje “Use color decontamination”. Laat dit aangevinkt. Dit verwijdert achtergrondpixels aan de rand ven het gemaskeerde.

Er is nog een andere functie met de “Magic Brush”, namelijk de “IntelliBrush”.
Deze functie wordt automatisch ingesteld wanneer geen kleuren voorkomen in het venster “Keep” of “Drop”.

Telkens wanneer je klikt en sleept met de “Magic Brush” wordt er een tijdelijke drop-kleur geselecteerd.
Deze tijdelijke drop-kleur wordt niet weergegeven in het “Drop” venster. En wordt telkens aangepast wanneer je opnieuw klikt en sleept.
Het volgende (1) is wat er overblijft wanneer je klikt en sleept in de afbeelding zonder geselecteerde “Keep” en “Drop”-kleuren. Dit voorbeeld is in Mask view weergegeven (2), anders zie je niks.
Sla dit op en sleep je deze afbeelding in een andere foto, dan heb je meteen zeepbellen (3).
Alle hooglichten van de zeepbel blijven behouden, terwijl al het blauw in de zeepbel is verdwenen.
Ik denk niet dat het vlugger kan in Photoshop.

Het volgende “Magic” gereedschap wat ik wil bespreken, is het gereedschap “Magic Wand”.
Het gereedschap “Magic Wand” kun je best gebruiken wanneer je foto een simpele achtergrond heeft.
Je kunt het gereedschap “Magic Wand” gebruiken op twee manieren.
Een eerste manier is in samenwerking met “Keep” en “Drop” -kleuren, een tweede manier is door middel van de intelli-wand.
Deze laatste manier wordt automatisch toegepast wanneer er geen “keep” of “drop” kleuren zijn geselecteerd.
Ook de intelli-wand wordt het best gebruikt bij een eevoudige achtergrondkleur.
Selecteer het gereedschap “Magic Wand”, en klik in de foto op de achtergrondkleur.
Je zult zien in Mask View dat alle achtergrond netjes is verwijderd.

Het heeft slechts 5 seconden geduurd om onderstaand masker te maken met de intelli-wand, en de opgeslagen wijzigingen te slepen in een andere afbeelding.

Formidabel U hebt Les 5 voltooid START VOLGENDE LES