Importeren van foto’s (1)

Voor we ook maar een foto kunnen bewerken in Lightroom, moeten we deze eerst importeren.
We kunnen foto’s importeren van een vaste schijf, een camera, of van gelijk welk ander opslagapparaat.
Je kunt foto’s importeren met volgende extensie:

  • JPEG: is een extensie die veel wordt gebruikt om foto’s weer te geven in web-fotogalerieën, presentaties en andere onlinediensten.
  • PSD: is de standaard Photoshop-extensie. Wanneer je een PSD-bestand met lagen in Lightroom wil importeren en hiermee wil werken, moet je het bestand eerst in Photoshop opslaan met de voorkeur Compatibiliteit met PSD en PSB maximaliseren ingeschakeld.
  • TIFF: wordt gebruikt om bestanden tussen toepassingen en computerplatforms uit te wisselen. TIFF is een flexibele indeling voor bitmap-afbeeldingen, die door vrijwel alle teken-, beeldbewerkings- en pagina-opmaak programma’s wordt ondersteund.
  • Camera Raw: bevat onverwerkte afbeeldingsgegevens uit de beeldsensor van de digitale camera. Deze afbeeldingsgegevens worden opgeslagen in een eigen camera-indeling. Lightroom kan de gegevens van de meeste camera’s lezen en deze tot een kleurenfoto verwerken.
  • DNG: is een openbaar beschikbare archiefindeling voor Raw-bestanden die zijn gegenereerd door digitale camera’s. Je kunt Raw-bestanden die specifiek zijn voor een cameramodel in Lightroom omzetten in DNG-bestanden.
  • En nieuw in Lightroom 3 is, je kunt digitale videobestanden importeren uit digitale fotocamera’s. Voor een voorvertoning van een video klikt u op het pictogram “Afspelen” in de linkerbenedenhoek van de miniatuur. Videobestanden kunnen echter niet worden aangepast in de module “Ontwikkelen” en worden ook niet ondersteund in de modules “Presentatie”, “Afdrukken” of “Web”.

Belangrijk te weten is, wanneer je een foto hebt bewerkt in Photoshop en je hebt deze opgeslagen als .psd bestand, dan moet de compatibiliteit van de foto zijn gemaximaliseerd, wil je deze later kunnen zien en bewerken in Lightroom.

Het is onnodig al je foto’s in Photoshop op te slaan met een maximale compatibiliteit, dit zou teveel van je opslagcapaciteit eisen, dus kun je beter Photoshop hierom laten vragen.

Open hiervoor Photoshop, en klik “Bewerken” in de menubalk.
In het drop-downmenu klik je “Voorkeuren”.
In het dialoogvenster “Voorkeuren” kies je de sectie “Bestandsbeheer”, en je selecteert “Vragen” onder het drop-downmenu voor de compatibiliteit.
Op deze manier zal Photoshop het je eerst vragen of je de afbeelding ook wil opslaan met een maximale compatibiliteit

Ok, we gaan wat foto’s importeren.
Klik hiervoor de knop “Importeren” links onderaan de modus “Bibliotheek”.

Dit opent het dialoogvenster “importeren” (sneltoetscombinatie hiervoor is Shift+Ctrl+i).
Het dialoogvenster is verdeeld n drie deelvensters.
Links vinden we deelvenster “Bron” (A).
Rechts hebben we het deelvenster “Opties en Doel” ((B)
En het midden vinden we het voorvertoningsgebied (C).

Alle deelvensters kun je openen of sluiten door de pijltjes (1) links of rechts naast de titel te klikken.
Om voorbeelden te bekijken in het voorvertoningsgebied van de geselecteerde map EN de onderliggende submappen, selecteer je het vakje voor de tekst “Submappen opnemen” (2).

Wat je moet begrijpen in Lightroom is de “Workflow”, of in het Nederlands de “Werkstroom”.
Of om het in mensentaal te zeggen, de logische volgorde van activiteiten die moet worden uitgevoerd.
Dus eerst selecteren we de foto’s in het deelvenster “Bron”.
Vervolgens kiezen we in het midden (D) boven het voorvertoningsgebied een van volgende opties:

  1. Kopiëren als DNG:
    Raw-bestanden van de camera worden gekopieerd naar de door jou gekozen map en worden omgezet in de Digital Negative-indeling (DNG).\
  2. Kopiëren:
    De fotobestanden, inclusief alle secundaire bestanden, worden naar de door jou gekozen map gekopieerd.
  3. Verplaatsen:
    De fotobestanden, inclusief alle secundaire bestanden, worden naar de door jou gekozen map verplaatst. En let op! De bestanden worden verwijderd van hun huidige locatie.
  4. Toevoegen:
    De fotobestanden blijven op hun huidige locatie staan. Deze worden enkel toegevoegd aan de Lightroom bibliotheek.

Vervolgens selecteren we de foto’s in het voorvertoningsgebied.
En ten slotte, in het deelvenster “Opties en Doel”, bepalen we waar we deze foto’s gaan importeren.

Om de foto’s beter te kunnen bekijken in het voorvertoningsgebied heb je een aantal mogelijkheden.
Of je dubbelklikt de foto in het voorvertoningsgebied (1).
Of je selecteert de foto en klikt de knop “Loepweergave” onderaan het voorvertoningsgebied (2).
Of je selecteert de foto en je klikt en sleept de schuifregelaar naar rechts (3).
Om de loopweergave terug te sluiten dubbelklik je opnieuw de foto, of klik je de knop “Rasterweergave” (4).

Standaard zijn alle foto’s uit de geselecteerde map geselecteerd om te importeren.
Wens je bepaalde foto’s toch niet te importeren, verwijder je het vinkje in de linker bovenhoek van de miniatuurweergave (5).

Met de knoppen “Alles selecteren” en “Alles de-selecteren” (6) denk ik dat je wel weet wat deze doen.

Wanneer alle gewenste foto zijn geselecteerd, en we hebben bepaald hoe we deze gaan verwerken, gaan we de “Bestandsafhandeling” en een aantal trefwoorden toevoegen in de volgende les.

Formidabel U hebt Les 2 voltooid START VOLGENDE LES