Importeren van foto’s (2)

Wanneer je foto’s importeert kan Lightroom tijdens het renderen van je foto’s, een voorvertoning weergeven in verschillende kwaliteiten.

Welke voorvertoning van rendering moet je nu kiezen?
Wel, wil je dat het weergeven van de voorvertoning snel moet gaan, kies je een van de twee eerste opties.
Wil je dat de voorvertoningen nauwkeurig en van hoge kwaliteit moeten zijn, kies je voor een van de twee onderste opties.

Wanneer je kiest voor “Minimaal”, worden de foto’s onmiddellijk weergegeven waarbij de kleinst mogelijke voorvertoningen worden gebruikt die in de foto’s zijn ingesloten.
Wanneer je kiest voor “Ingesloten en secundair”, worden de grootst mogelijke voorvertoningen weergegeven die via de camera beschikbaar zijn. Daardoor verloopt het genereren van de voorvertoning trager dan met de optie Minimaal.
Wanneer je kiest voor “Standaard”, worden voorvertoningen weergegeven terwijl ze door Lightroom worden gerenderd. Bij deze voorvertoningen van standaardgrootte wordt de ProPhoto RGB-kleurruimte gebruikt.
Wanneer je kiest voor “1.1”, worden voorvertoningen weergegeven in een 100% weergave van de werkelijke pixels.

Wat hebben we nog in dit venster?
We hebben het selectievakje “Mogelijke dubb. foto’s niet importeren” (1). Het beste is dat je dit laat geselecteerd, zo vermijd je het importeren van duplicaten.
Je hebt de optie “Ontwikkelinstellingen” (2). Dit is enkel handig wanneer je ontwikkelinstellingen wil toepassen op foto’s die zijn gemaakt met een camera waarvoor je een ontwikkelvoorinstelling hebt gemaakt.
Je hebt de optie “Metagegevens” (3). Hierop klikken en kiezen voor “Nieuw” opent een dialoogvenster waar je basisinformatie zoals de naam van de auteur kunt ingeven.
En je hebt de optie “Trefwoorden” (4). In dit vak voeg je de trefwoorden in die je wil toevoegen aan je te importeren foto’s. Altijd makkelijk wanneer je later foto’s wil zoeken met een bepaalt thema.

Zijn alle instellingen ingegeven, en wil je deze later misschien nog eens gebruiken voor andere foto’s, kun je deze instellingen opslaan.
Klik hiervoor het dubbele pijltje onderaan het venster, en kies “Huidige instellingen opslaan als nieuwe voorinstelling…”.
In het venster dat verschijnt geef je deze instellingen een naam, en klik je de knop OK.
De volgende keer je het dubbele pijltje klikt, zal je zien dat de voorkeurinstellingen zijn toegevoegd aan het lijstje.

Zijn alle foto’s geselecteerd die je wenst te importeren, klik je de knop “Importeren”.

Dit brengt ons terug in de bibliotheekweergave waar alle geselecteerde foto’s zijn geïmporteerd.

Een tweede manier om foto’s te importeren is dit automatisch te laten doen door Lightroom.
Klik hiervoor de knop “Bestand” in de menubalk, kies “Automatisch importeren” in het drop-downmenu, en klik “Automatisch importeren inschakelen”.

Wanneer deze optie niet beschikbaar is, moet je eerst de instellingen hiervoor ingeven.
Dus klik “Instellingen voor automatisch importeren”.
Het eerste wat je moet doen is een controle-map instellen. Deze map moet leeg zijn.
Het tweede wat je in dit daloogvenster doet is een map bepalen naar welke map je deze foto’s dan wil verplaatsen. Eventueel kies je hier nog een submap.

Wanneer je nu een foto van de “Nieuwe map” naar de “Lege Map” plaatst, zal Lightroom automatisch deze foto in de Lightroom catalogus plaatsen.

Formidabel U hebt Les 3 voltooid START VOLGENDE LES