Aanpassen van de weergave

De weergave van de werkruimte kunnen we op een aantal manieren aanpassen.
Door de muisaanwijzer tussen het storyboard en het voorbeeldvenster te plaatsen, en te klikken en te slepen wanneer deze wijzigt in een dubbel pijltje (A), kunnen we de grootte van de verschillende delen aanpassen.
Beweeg je de muisaanwijzer over een bestand in het storyboard (B), dan verschijnt een venstertje met daarin de verschillende eigenschappen van dit bestand. Bijvoorbeeld de bestandsnaam, de weergaveduur, eventuele overgangen, en de ingestelde effecten. Maar hierover later meer.

 

Ter informatie

Een fotobestand wordt standaard steeds voorzien van een weergaveduur van 7 seconden, een filmbestand uiteraard de tijdsduur van de film. Al deze kunnen we wijzigen.
Hierover meer, later in deze cursus.

Onderaan de applicatie hebben we een schuifbalk (1) waarmee we de grootte van de tijdschaal wijzigen, en de knop “Miniatuurgrootte wijzigen” (2).
De eerste geeft een groter of kleiner beeld van de tijdschaal (3), wat handig is wanneer je bewerkingen uitvoert of effecten toepast, de tweede geeft een groter of kleiner beeld van de miniatuurweergaven in het storyboard.

les03_image001

 

Diezelfde knoppen vind je terug onder de knop “Beeld” in de menubalk.
Met de knoppen “Inzoomen” en “Uitzoomen” (1) vergroot of verklein je de tijdschaal.
Door te klikken op de knop “Miniatuurweergave” (2) open je een menu waar je de keuze hebt de grootte van de miniaturen in te stellen.
Met de knop “Beginwaarde” (3) stel je alle weergaves terug in met de standaard instellingen.
En met de knop “Voorbeeld op volledig scherm” (4) geef je de voorbeeldweergave weer in volledige schermweergave.
Om deze volledige schermweergave terug te sluiten klik je de Esc-toets op je toetsenbord.

les03_image002

 

Project opslaan

Om het project op te slaan hebben we een aantal mogelijkheden.
Een eerste is de knop “Opslaan” (1) te klikken in de titelbalk.
Een tweede is de knop “Movie Maker” (2) te klikken in de menubalk, en te kiezen voor “Project opslaan” in het drop-downmenu.
En een derde is het project te sluiten (3). Dit zal je een waarschuwingsvenster tonen waar je wordt gevraagd of je het project wil opslaan. Antwoord “Ja” wanneer je dit wenst.

 

les03_image003

 

Ter informatie!!

Wanneer je een nieuw project begint door te klikken op de knop “Movie Maker” (2), en te kiezen voor “Nieuw project” in het drop-downmenu, dan zal het vorige project worden afgesloten, en zal je ook worden gevraagd of je dit project wil opslaan.

 

Verschuiven van bestanden

De afspeelvolgorde van de bestanden waarmee we een movie gaan maken, wordt bepaald door de positie van deze in het storyboard.

Om deze afspeelvolgorde te wijzigen, klik en sleep je het bestand in het storyboard naar de positie die je wenst (1).
Laat de muisknop los wanneer je de gewenste positie hebt bereikt.
Movie maker zal het bestand plaatsen waar het verticaal balkje verschijnt (2).

 

Ter informatie!!

  1. Het bestand dat is geselecteerd in het storyboard, wordt steeds weergegeven in het voorbeeldvenster.
  2. Een bestand dat je later toevoegt aan het project, wordt steeds achter het op dat ogenblik geselecteerde bestand geplaatst. Je kunt dit natuurlijk verschuiven naar de positie dat je wenst.
  3. Heeft je project tientallen bestanden, en zie je deze niet meer waartussen je het te verplaatsen bestand wil plaatsen, klik en sleep dan het te verplaatsen bestand naar de rand (3) van het storyboard. Dit zal de inhoud van het storyboard naar boven of beneden scrollen.
    Of wil je het allemaal wat vlugger laten verlopen, rechtsklik je het bestand, je kiest “Knippen” in het pop-upmenu, je scrolt helemaal naar boven met de scrolbalk, je rechts klikt de positie waar je deze wil plaatsen, en je kiest “Plakken” in het pop-upmenu.

les03_image004

Formidabel U hebt Les 3 voltooid START VOLGENDE LES