18. Sneltoetsen voor OneNote 2010 – Deel 1
Een nieuw OneNote-venster openen. | Ctrl+M | ||||||
Een klein OneNote-venster openen voor het maken van een kantlijnnotitie | Ctrl+Shift+M | ||||||
Het OneNote-venster dokken. | Ctrl+Alt+D | ||||||
De laatste actie ongedaan maken. | Ctrl+Z | ||||||
De laatste actie opnieuw uitvoeren. | Ctrl+Y | ||||||
Alle items op de huidige pagina selecteren. Opmerking: Druk meerdere malen op Ctrl+A om het bereik van de selectie uit te breiden. | Ctrl+A | ||||||
De geselecteerde tekst of het geselecteerde item knippen. | Ctrl+X | ||||||
De geselecteerde tekst of het geselecteerde item naar het Klembord Kopiëren. |
Ctrl+C | ||||||
De inhoud van het Klembord plakken. | Ctrl+V | ||||||
Naar het begin van de regel gaan. | Home | ||||||
Naar het einde van de regel gaan. | End | ||||||
Eén teken naar links gaan. | ← | ||||||
Eén teken naar rechts gaan. | → | ||||||
Eén woord naar links gaan. | Ctrl + ← | ||||||
Eén woord naar rechts gaan. | Ctrl + → | ||||||
Eén teken links van de invoegpositie verwijderen. | Backspace | ||||||
Eén teken rechts van de invoegpositie verwijderen. | Del | ||||||
Eén woord links van de invoegpositie verwijderen. | Ctrl+Backspace | ||||||
Eén woord rechts van de invoegpositie verwijderen. | Ctrl+Del | ||||||
Eén regeleinde invoegen zonder een nieuwe alinea te beginnen. | Shift+ENTER | ||||||
Spelling controleren. | F7 | ||||||
De synoniemenlijst voor het geselecteerde woord openen. | Shift+F7 | ||||||
Het contextmenu weergeven voor een object dat de focus heeft, bijvoorbeeld een notitie of een tabblad. | Shift+F10 | ||||||
De actie uitvoeren die op de informatiebalk wordt gesuggereerd, als deze boven aan de pagina wordt weergegeven. | Ctrl+Shift+W | ||||||
Notities opmaken | |||||||
De selecteerde tekst geel markeren. | Ctrl+Shift+H | ||||||
of | Ctrl+Alt+H | ||||||
Een hyperlink invoegen. | Ctrl+K | ||||||
De opmaak van de geselecteerde tekst kopiëren (Opmaak kopiëren/plakken) | Ctrl+Shift+C | ||||||
De opmaak op de geselecteerde tekst plakken (Opmaak kopiëren/plakken) | Ctrl+Shift+V | ||||||
Een hyperlink openen. Opmerking De cursor moet ergens in de opgemaakte tekst van de hyperlink worden geplaatst. |
ENTER | ||||||
Opmaak Vet toepassen op of verwijderen van de geselecteerde tekst | Ctrl+B | ||||||
Opmaak Cursief toepassen op of verwijderen van de geselecteerde tekst | Ctrl+I | ||||||
Opmaak Onderstrepen toepassen op of verwijderen van de geselecteerde tekst | Ctrl+U | ||||||
Opmaak Doorhalen toepassen op of verwijderen van de geselecteerde tekst | Ctrl+- | ||||||
Opmaak Superscript toepassen op of verwijderen van de geselecteerde tekst | Ctrl+Shift+= | ||||||
Opmaak Subscript toepassen op of verwijderen van de geselecteerde tekst. | Ctrl+= | ||||||
Een lijst met opsommingstekens toepassen op of verwijderen van de geselecteerde alinea. | Ctrl+PUNT (.) | ||||||
De opmaak voor genummerde lijst toepassen op of verwijderen van de geselecteerde alinea. | Ctrl+SLASH (/) | ||||||
De stijl Kop 1 toepassen op de huidige notitie. | Ctrl+Alt+1 | ||||||
De stijl Kop 2 toepassen op de huidige notitie. | Ctrl+Alt+2 | ||||||
De stijl Kop 3 toepassen op de huidige notitie. | Ctrl+Alt+3 | ||||||
De stijl Kop 4 toepassen op de huidige notitie. | Ctrl+Alt+4 | ||||||
De stijl Kop 5 toepassen op de huidige notitie. | Ctrl+Alt+5 | ||||||
De stijl Kop 6 toepassen op de huidige notitie. | Ctrl+Alt+6 | ||||||
De stijl Standaard toepassen op de huidige notitie. | Ctrl+Shift+N | ||||||
Een alinea links laten inspringen | Alt+Shift+ → | ||||||
Een alinea-inspringing aan de linkerkant verwijderen | Alt+Shift+ ← | ||||||
De geselecteerde alinea rechts uitlijnen | Ctrl+R | ||||||
De geselecteerde alinea links uitlijnen | Ctrl+L | ||||||
De tekengrootte van de geselecteerde tekst vergroten | Ctrl+Shift+ > | ||||||
De tekengrootte van de geselecteerde tekst verkleinen | Ctrl+Shift+ < | ||||||
Alle opmaak wissen die op de geselecteerde tekst is toegepast | Ctrl+Shift+N | ||||||
Regellijnen op de huidige pagina weergeven of verbergen | Ctrl+Shift+R | ||||||
Items aan een pagina toevoegen | |||||||
Een document of bestand op de huidige pagina invoegen | Alt+N, F | ||||||
Een document of bestand als afdruk op de huidige pagina invoegen | Alt+N, O | ||||||
Documentafdrukken op de huidige pagina weergeven of verbergen (wanneer OneNote in de modus Hoog contrast wordt uitgevoerd). | Alt+Shift+P | ||||||
Een afbeelding uit een bestand invoegen | Alt+N, P | ||||||
Een afbeelding van een scanner of een camera invoegen | Alt+N, S | ||||||
Een schermopname invoegen. | Toets met Windows-logo+S | ||||||
Opmerking Het OneNote-pictogram moet actief zijn in het systeemvak (helemaal rechts op de taakbalk van Windows). |
|||||||
De huidige datum invoegen | Alt+Shift+D | ||||||
De huidige datum en tijd invoegen | Alt+Shift+F | ||||||
De huidige tijd invoegen | Alt+Shift+T | ||||||
Een regeleinde invoegen | Shift+ENTER | ||||||
Een wiskundige vergelijking beginnen of de geselecteerde tekst naar een wiskundige vergelijking converteren. | Alt+ = | ||||||
Een tabel maken door een tweede kolom toe te voegen aan een tekst die al is getypt. | Tab | ||||||
Een extra kolom toevoegen aan een tabel met één rij | Tab | ||||||
Een extra rij toevoegen vanuit de eindcel van een tabel | ENTER | ||||||
Opmerking Druk een tweede maal op ENTER om de tabel te voltooien. | |||||||
Een rij maken onder de huidige rij in een tabel | Ctrl+ENTER | ||||||
Een extra alinea maken binnen dezelfde cel in een tabel. | Alt+ENTER | ||||||
Een kolom maken aan de rechterkant van de huidige kolom in een tabel. | Ctrl+Alt+R | ||||||
Een kolom maken aan de linkerkant van de huidige kolom in een tabel. | Ctrl+Alt+E | ||||||
Een rij maken boven de huidige rij in een tabel (wanneer de cursor zich aan het begin van een rij bevindt). | ENTER | ||||||
De huidige lege rij in een tabel verwijderen (wanneer de cursor zich aan het begin van de rij bevindt). | 2 X Del drukken | ||||||
Alle items op de huidige pagina selecteren. | |||||||
Opmerking Druk meerdere malen op Ctrl+A om het bereik van de selectie uit te breiden. Ctrl+A | |||||||
Selecteren tot het einde van de regel | Shift+End | ||||||
De hele regel selecteren (wanneer de cursor zich aan het begin van de regel bevindt). | Shift + ↓ | ||||||
Naar de titel van de pagina springen en deze titel selecteren. | Ctrl+Shift+T | ||||||
Het geselecteerde overzicht of de geselecteerde pagina annuleren | Esc | ||||||
De huidige alinea of meerdere geselecteerde alinea’s naar boven verplaatsen | Alt+Shift+↑ | ||||||
De huidige alinea of meerdere geselecteerde alinea’s naar beneden verplaatsen. | Alt+Shift + ↓ | ||||||
De huidige alinea of meerdere geselecteerde alinea’s naar links verplaatsen (de inspringing verkleinen) |
Alt+Shift + ← | ||||||
De huidige alinea of meerdere geselecteerde alinea’s naar rechts verplaatsen (de inspringing vergroten). |
Alt+Shift + → | ||||||
De huidige alinea en alle bijbehorende subalinea’s selecteren | Ctrl+Shift+ – | ||||||
De geselecteerde notitie of het geselecteerde object verwijderen | Del | ||||||
Naar het begin van de regel gaan | Home | ||||||
Naar het einde van de regel gaan | End | ||||||
Eén teken naar links gaan. | ← | ||||||
Eén teken naar rechts gaan | → | ||||||
Teruggaan naar de laatst bezochte pagina. | Alt + ← | ||||||
Vooruitgaan naar de volgende bezochte pagina. | Alt + → | ||||||
Een geselecteerde audio- of video-opname afspelen | Ctrl+Alt+P | ||||||
Een geselecteerde audio- of video-opname afspelen | Ctrl+Alt+S | ||||||
De huidige audio- of video-opname enkele seconden terugspoelen | Ctrl+Alt+Y | ||||||
De huidige audio- of video-opname enkele seconden vooruitspoelen | Ctrl+Alt+U | ||||||
Notities markeren | |||||||
De markering Takenlijst toepassen, markeren of wissen | Ctrl+1 | ||||||
De markering Belangrijk toepassen of wissen | Ctrl+2 | ||||||
De markering Vraag toepassen of wissen | Ctrl+3 | ||||||
De markering Bewaren voor later toepassen of wissen | Ctrl+4 | ||||||
De markering Definitie toepassen of wissen | Ctrl+5 | ||||||
Een aangepaste markering toepassen of wissen | Ctrl+6 | ||||||
Een aangepaste markering toepassen of wissen | Ctrl+7 | ||||||
Een aangepaste markering toepassen of wissen | Ctrl+8 | ||||||
Een aangepaste markering toepassen of wissen | Ctrl+9 | ||||||
Alle notitiemarkeringen van de geselecteerde notities verwijderen | Ctrl+0 | ||||||
Overzichten gebruiken | |||||||
Als u dit wilt doen | Drukt u op | ||||||
Niveau 1 weergeven | Alt+Shift+1 | ||||||
Uitvouwen tot niveau 2 | Alt+Shift+2 | ||||||
Uitvouwen tot niveau 3 | Alt+Shift+3 | ||||||
Uitvouwen tot niveau 4 | Alt+Shift+4 | ||||||
Uitvouwen tot niveau 5 | Alt+Shift+5 | ||||||
Uitvouwen tot niveau 6 | Alt+Shift+6 | ||||||
Uitvouwen tot niveau 7 | Alt+Shift+7 | ||||||
Uitvouwen tot niveau 8 | Alt+Shift+8 | ||||||
Uitvouwen tot niveau 9 | Alt+Shift+9 | ||||||
Alle niveaus uitvouwen | Alt+Shift+0 | ||||||
Inspringing met één niveau vergroten | Tab | ||||||
Inspringing met één niveau verkleinen | Shift+Tab | ||||||
Een samengevouwen overzicht uitvouwen. | Alt+Shift+ + | ||||||
Een uitgevouwen overzicht samenvouwen | Alt+Shift+ – |