Dreamweaver - CS3

Les 11: Afbeeldingen (3)

11/58 Lessen 

Adobe Bridge gebruiken

Voor diegenen onder ons die werken met Photoshop CS3 kunnen op een vrij makkelijke manier foto’s uit Adobe Bridge invoeren in Dreamweaver CS3.
Klik hiervoor op de knop “Bestand” in de menubalk en kies “Bladeren in Bridge”.
Dit opent de applicatie “Bridge”.
Selecteer eest de foto die je wenst in te voegen in Dreamweaver CS3.
Nu heb je twee manieren om deze te importeren.

Een eerste is door te klikken op de knop “Switch to Compact Mode”, in de rechterbovenhoek in Bridge.
Dit zal de applicatie Adobe Bridge compact weergeven, hierdoor kan je de foto klikken en slepen uit Adobe Bridge in Dreamweaver.
Een tweede manier is door te klikken op de knop “File”, en te kiezen voor “Place” – “In Dreamweaver”.

Heb je een bestand gekozen met een extensie die niet wordt ondersteund door het Internet, zoals bijvoorbeeld een Photoshop bestand (.psd), dan zal het dialoogvenster “Voorvertoning van afbeelding” worden geopend die deze foto zal converteren naar een extensie die wel wordt ondersteund door Internet, bijvoorbeeld .jpg, .png of GIF.

Standaard wordt hiervoor JPEG – betere kwaliteit” gekozen. Maar door te klikken op het naar benedenwijzend pijltje naast het vak “Opmaak:” kan je dit wijzigen.

Klik OK.

In het volgende venster dat verschijnt kies je de map waar je het bestand wil opslaan.
In dit geval de map “images” in de sitemap “GratisCursus”.
Klik de knop “Opslaan”.

In het volgende venster kan je nog een alternatieve tekst ingeven voor je foto.
Klik OK.

Een kopij van de foto is toegevoegd in je pagina, en in de folder “images” van je sitemap.

 

Adobe Photoshop gebruiken

Om een foto vanuit Photoshop te kopiëren naar Dreamweaver, selecteer je eerst alle lagen van de afbeelding in Photoshop. Klik hiervoor op “Selecteren” – “Alles” in de menubalk.
En klik “Bewerken” – “Verenigd kopiëren”.
Dit opent ook hier het dialoogvenster “Voorvertoning van afbeelding”, waar je dezelfde handelingen uitvoert dan in het deel hierboven besproken.

Nadat je een Photoshopafbeelding in een pagina hebt ingevoerd, heb je twee mogelijkheden om deze afbeelding te bewerken.
Je kan in Photoshop het oorspronkelijke PSD-afbeeldingsbestand bewerken, of je kan het .jpeg, GIF of .png bestand dat op de pagina wordt weergegeven bewerken.
Wanneer je wijzigingen aanbrengt op het .jpeg, .GIF of het .png bestand wordt het originele bestand, het Photoshopbestand niet gewijzigd, en komen de twee bestanden niet meer met elkaar overeen.
Dus is het beste dat je het originele bestand wijzigt, het .psd bestand.
Om het oorspronkelijke bestand te wijzigen klik je op de knop “Bewerken” in het eigenschappenvenster.

Dit opent de afbeelding in Photoshop. waarin je dit kunt bewerken.
Om daarna de bijgewerkte afbeelding terug in je pagina weer te geven voeg je het bestand opnieuw in, en geef je opnieuw de optimalisatie-instellingen in.

Formidabel U hebt Les 11 voltooid START VOLGENDE LES