Publicatie afdrukken

We hadden in les 4 reeds gezien hoe we de printerinstellingen ingeven.
In deze les gaan we eens kijken hoe we onze publicatie afdrukken.
De vlugste manier is gebruik maken van de knop “Afdrukken” in de standaard werkbalk.
Maar dit geeft ons weinig zelfs geen controle over het hoe en hoeveel.

Een meer efficiënte manier is de knop “Bestand” te klikken in de menubalk, en te kiezen voor “Afdrukken” in het drop-downmenu.
Dit opent het dialoogvenster “Afdrukken”:

1. Bovenaan het dialoogvenster hebben we het vak waar je, indien je meerdere printers hebt geïnstalleerd op jouw computer, een keuze kunt maken welke printer je wil gebruiken.
Aangezien ik maar geld heb voor één printer is er bij mij ook maar één geïnstalleerd.

2. Daarnaast hebben we de knop “Eigenschappen…” die, wanneer we hierop klikken, ons de eigenschappen weergeeft van de geselecteerde printer.

3. Onder de knop “Eigenschappen…” hebben we het aanvinkvakje “Afdrukken naar bestand”.
Wanneer we dit selecteren zal dit het bestand afdrukken op gelijk welke printer. Dit kun je aanvinken wanneer je het bestand aan een derde moet bezorgen, en je niet weet welke printer hij/zij heeft.

4. Daaronder hebben we het vak “Afdrukopties”. Standaard staat dit ingesteld op “één pagina per vel” en dit voldoet aan de vereisten van dit voorbeeld. Ben je etiketten of visitekaartjes aan het afdrukken dan verschijnt hier een tweede optie met de vermelding “Meerdere exemplaren per vel”, wat je dan uiteraard selecteert.

5. de sectie “Papier” lijkt me wel duidelijk.
6. de sectie “Afdrukstand” lijkt me ook duidelijk.
7. idem dito voor de sectie “Voorbeeld”.

8. In de sectie “Paginabereik” bepaal je welke pagina’s je wil afdrukken van je publicatie.

  • “Alle pagina’s” zal alle pagina’s afdrukken uit je publicatie.
  • “Huidige pagina” zal enkel de geopende pagina afdrukken uit je publicatie.
  • “Pagina’s”: typ de pagina’s in die je wil afdrukken in dit vak. Bijvoorbeeld:
  • Wil je enkel de pagina’s 2 en vijf typ je 2,5 (gescheiden door een komma).
  • Wens je de pagina”s 2 t/m 5 typ je 2-5 (gescheiden door een minteken).

9. In de sectie bepaal je het aantal exemplaren, en hoe deze worden gesorteerd.
Bijvoorbeeld:
Je kan de pagina’s afdrukken vijf keer pagina 1, vijf keer pagina 2, vijf keer pagina 3, …
Of je kan de pagina’s afdrukken één keer pagina 1, één keer pagina 2, één keer pagina 3, …
Zijn alle pagina’s één keer afgedrukt, dan begint ie aan de tweede keer, dan de derde keer, de vierde keer en de vijfde keer.

10. En als laatste hebben we nog “Opties voor dubbelzijdig afdrukken”.
Deze optie heeft drie keuzes:

1.Enkelzijdig: print zoals het zegt, op één zijde.
2.Dubbelzijdig: is enkel van toepassing wanneer je een printer hebt die dubbelzijdig kan afdrukken.
3.Dubbelzijdig, korte kant draaien: dan zal je eerst alle oneven pagina’s afdrukken, het papier omgekeerd in de printer plaatsen, en verder gaan met afdrukken.

11. Deze optie is misschien wel interessant wanneer je niet zeker bent hoe je het papier terug in de printer moet steken wanneer je hebt gekozen voor “Dubbelzijdig, korte kant draaien”

Het tweede tabblad, “Printereigenschappen”, in dit dialoogvenster lijkt me wel duidelijk.

Klik de knop “Afdrukken” wanneer je klaar bent. Het is misschien nuttig eerst eens een afdrukvoorbeeld te bekijken. Dit kan je papier en inkt besparen. Niet dat ik een “Groene” ben, maar ik let wel op mijn portemonnee, geldbeugel voor de Nederlanders.

Weergave “Dubbele pagina” uitschakelen

Wanneer we bijvoorbeeld in een nieuwsbrief die bestaat uit vier pagina’s, pagina 2 willen bekijken, zal het je ook zijn opgevallen dat deze steeds wordt getoond met pagina 3.
We hebben de mogelijkheid dit uit te schakelen.
Klik hiervoor de knop “Beeld” in de menubalk, en klik de optie “Dubbele pagina”.
Dit zal pagina 2 en drie afzonderlijk weergeven. En niet alleen pagina 2 en 3, maar alle pagina’s die liggen tussen de eerste en de laatste pagina van onze publicatie.
Om de optie terug in te schakelen herhaal je deze handeling.

Formidabel U hebt Les 20 voltooid START VOLGENDE LES