Office 2010 - Word

Les 22: Bouwstenen (1)

22/66 Lessen 

Wat zijn bouwstenen?

Geïntroduceerd in Word 2010 zijn bouwstenen.
Bouwstenen zijn vooraf opgemaakte elementen die je in een document kunt invoegen.
Voorbeelden van bouwstenen zijn de voorbladen uit de galerij, of kop- en voetteksten.

Een voorbeeld, wens je een vooraf opgemaakt voorblad toe te voegen aan je document, kies je het tabblad “Invoegen” (1) in het lint, klik je het naar benedenwijzend pijltje onder de tekst “Pagina’s” (2) en klik “Voorblad” (3).
Dit opent een lijst met allemaal vooraf opgemaakte voorbladen.
Klik het voorblad dat je wenst.
Eénmaal het voorblad is ingevoegd, kun je hier nog een titel, een subtitel, een beetje informatie, de auteur, en de datum ingeven (4), indien je dat wenst.

Een ander voorbeeld van bouwstenen zijn de kop- of voetteksten.

Klik hiervoor de knop kop- of voettekst onder het tabblad “Invoegen” (1). Dit opent een menu waarin we zeker een kop- en voettekst zullen vinden die bij ons voorblad past (2).

Klik de kop- of voettekst die je wenst om dit in je document te plaatsen.

Andere type bouwstenen zijn “Paginanummers”, ” Tekstvakken”, “Handtekeningen”, “Datum en tijd” etc.
Bouwstenen kunnen je heel wat tijd besparen, en verlagen het aantal fouten door blokken veelgebruikte gegevens te maken die je makkelijk kunt bijwerken.

Onderstaande heeft me juist geteld 2 minuten tijd gekost, en dan he daartussen nog 4 koppen koffie gedronken.

Bouwstenen maken

Nu we weten wat bouwstenen zijn, kunnen we er één maken.

Ik heb een tekst die in elk blad moet worden geplaatst, in plaats van deze tekst steeds opnieuw te moeten typen en opmaken, is het éénvoudiger hiervan een bouwsteen, ook wel eens “Snelonderdeel” genoemd, te maken.

Selecteer het tabblad “Invoegen” in het lint.
Selecteer de tekst.
Klik de knop “Snelonderdelen”, en kies “Selectie opslaan in galerie Snelonderdelen…”

Dit opent het dialoogvenster “Nieuwe bouwsteen maken”.

In het bovenste vak geef je een naam voor je bouwsteen.
In het tweede vak kies je een galerij waarin je deze bouwsteen wil plaatsen.
In het derde vak kies je een categorie. Eventueel kan je een nieuwe categorie aanmaken, maar in dit geval voldoet de categorie “Algemeen”.
In het volgende vak kan je nog een beschrijving ingeven.
En in het vak “Opslaan in:” kies je in welke map je de bouwsteen wil opslaan.

En in het laatste vak “Opties”, kies je de manier hoe je tekst moet worden ingevoegd.
Alleen inhoud, in z’n eigen pagina, of in z’n eigen alinea.

Alleen inhoud is voor dit voorbeeld goed, dus klik ik OK

 

Nu staat deze bouwsteen in onze galerij.

Om deze nu te gebruiken open je een nieuw document.

Selecteer je de plaats in dit document waar je de zojuist aangemaakte bouwsteen wil invoegen.

Kies opnieuw het tabblad “Invoegen” in het lint.

En klik de knop “Snelonderdelen”.

In het menu dat verschijnt zie je het zojuist aangemaakte bouwsteen.
Klik de bouwsteen om deze in te voegen.

Formidabel U hebt Les 22 voltooid START VOLGENDE LES