Met uitzondering van een aantal werkbalken zien we enkel een leeg blad papier.
op dit leeg blad zien we :

• een loodrecht streepje (de cursor)
• de alinea markering 
• de bestandsmarkering (het horizontale streepje) duidt het einde van een bestand aan

! om de weergave van de foto’s optimaal te houden hebben we in deze cursus onze werkbalken met iconen aangepast, je leert later in deze cursus hoe je deze kunt aanpassen naar je eigen wensen

Typ een tekst op het scherm, typ je een fout, druk dan op de ‘Backspace-toets’ , en typ de juiste tekst.
Is de regel vol getypt, dan springt Word automatisch naar de volgende regel, dit noemen we “Regelterugloop”.
Hoe meer regels je typt, hoe meer de bestandsmarkering naar onder schuift.
Helemaal bovenaan zien we de “Titelbalk”, hierin wordt vermeld welk programma en welk document actief is, rechts op de titelbalk vinden we een aantal knoppen :

minimaliseren

vorig formaat

maximaliseren

sluiten

Deze opdrachten vinden we ook terug als we klikken op de blauwe “W” links in de Titelbalk
Onder de titelbalk vinden we de “menubalk” :

(Bestand) (Bewerken) (Beeld) (Invoegen) (Opmaak) (Extra) (Tabel) (Venster) (Help)

Wens je een menu te openen, dan klik je op een menu-naam, wens je deze weer te sluiten, klik je nogmaals op dezelfde menu-naam. Wens je echter een ander menu-naam te openen, hoef je er enkel over te schuiven met de muisaanwijzer.

Onder de menubalk vinden we twee werkbalken :

(standaard-werkbalk)

(opmaak-werkbalk)

Schuif met de muisaanwijzer over de verschillende iconen om de functies zichtbaar te maken.

Je kan de werkbalken en de menubalk verplaatsen door met de linker-muisknop op de streepjes, aan de linker kant, van de werkbalken te klikken en te slepen.
Je plaatst deze terug door te klikken in de titelbalk en te slepen naar hun oorspronkelijke positie.

Klik je per ongeluk op een knop, dan kun je altijd gebruik maken van de knop ‘Ongedaan maken’.
deze brengt ons terug op het goede spoor.

onder de opmaak-werkbalk treffen we de liniaal :

De donkergrijze vlakken links en rechts duiden de marges aan, het lichtgrijze deel geeft de breedte van de bladspiegel weer.

Onderaan het scherm vinden we de Status-balk :

De Statusbalk verteld ons meer over de pagina waarin we werken, het aantal pagina’s, de invoegpositie, en nog een aantal velden die ons vertellen welke functie er actief is, meer uitleg hierover krijg je verder in deze cursus.

Boven de statusbalk vinden we de horizontale schuifbalk waarmee je niet zichtbare delen van je document kan zichtbaar maken, links van de horizontale schuifbalk zie je vier knoppen, met deze knoppen kan je schakelen tussen de verschillende weergave-mogelijkheden (normale-weergave, online weerggave, overzicht-weergave, pagina-weergave), deze opties vinden we ook in het menu ‘Beeld’.

Zwevende werkbalken

Een Werkbalk die niet aan de rand van het scherm staat noemen we Zwevende Werkbalken.
Voorbeelden hiervan zijn o.a. de “Figuur”-werkbalk en de “Tabellen en Randen”-werkbalk.
Zwevende werkbalken kan men verplaatsen naar gelijk welke plaats op het werkblad, zelfs onder de ‘Standaard’ werbalken door te klikken en te slepen.

Afscheurbare menu’s

Sommige menu’s in Word’97 zijn afscheurbaar, deze noemen we scheurmenu’s.
Deze scheurmenu’s hebben een grijze balk bovenaan, door te klikken en te slepen op deze grijze balk scheuren we het menu los van de menubalk.
Een voorbeeld hiervan is het menu “Autotekst” :

-klik en sleep je op de grijze lijn bovenaan het menu dan krijg je een zwevend menu.
-ook na het afscheuren blijft een scheurmenu ook op de oorspronkelijke plaats aanwezig.
-om het zwevend menu te verwijderen klik je op het sluit-vakje

Niet alle menu’s hebben deze scheurmenu’s, enkel diegenen met een grijze lijn bovenaan.

Animatie

In Word vinden we een aantal leuke menu-animatie’s.

• klik in het menu “Extra” (Tools) op “Aanpassen” (Customize)
• kies het tabblad “Opties” (Options)
• kies een animatie in het “Menu animaties” (Menu Animations)
• klik op “Sluiten” (close) in het dialoogvenster

• probeer de verschillende animaties even uit
• vindt je geen enkele animatie leuk, zet dan de instelling op “Geen” (System Default)

Help menu’s

Wil je hulp tijdens het werken in Word kan je dit steeds krijgen via het Help-menu in de menuwerkbalk, of door te klikken op de Help-knop in de werkbalk. Klikken op de Help-knop geeft je ook een aantal tips.
Wenst je meer te weten over een bepaalde knop in de werkbalken klik je op de knop ‘Wat is dit’  en met het zwarte vraagteken klik je op de knop waarover je meer uitleg wenst. Deze staat niet standaard in de werkbalk, hoe we deze kunnen toevoegen kan je zien in Les 5.

Om Word te sluiten klikken we op ‘Sluiten’ rechts bovenaan het venster, of klik in het menu ‘Bestand’ op de opdracht ‘Afsluiten’.
In het dialoogvenster klik je op ‘Ja’ om de wijzigingen op te slaan.

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats