Arceren en omkaderen van alinea’s

We kunnen ook kaders of een arcering toevoegen aan alinea’s, hiervoor gebruiken we de knop ‘’randopmaak in de opmaak-werkbalk.

-om een arcering toe te voegen open je de menubalk ‘kaders en tabellen’

• selecteer het volledige tekstbereik in de kader
• kies een kleur met de knop ‘schaduwkleur’ in de menubalk ‘kaders en tabellen’

Wens je geen arcering kies je de optie ‘geen’ op de knop ‘schaduwkleur’

Word steld een minimale waarde in tussen het kader en de tekst, we kunnen deze afstand vergroten :

• eerst markeren we de alinea die we willen voorzien van een kader
• klik op “Opmaak” in de menuwerkbalk
• klik op “Randen en arcering”
• het dialoogvenster ‘Alinea randen en arcering’ verschijnt
• In dit dialoogvenster krijgen we een aantal opties die we niet ter onze beschikking hebbben met de knop “Kaders en Tabellen” in de werkbalk
• in het tabblad ‘randen’ kan je het lijntype, de kleur en de dikte van het gewenste kader kiezen
• klik op de knop ‘Opties’ om de gewenste afstand tussen tekst het kader te wijzigen
• in het tabblad ‘Paginaranden’ kan je de verschillende opties kiezen voor de instelling van de pagina-randen
• in het tabblad ‘Arcering’ kan je de gewenste arcering of het gewenste patroon kiezen
• druk op Ok als alle instellingen naar wens zijn

Kaders rond een alinea zonder inspringing is altijd iets breder dan de bladspiegel.

Hoe groter de ingestelde afstand tussen het kader en de tekst, hoe meer het kader buiten de bladspiegel valt.

Om dit probleem op te lossen laat je de alinea links en rechts met dezelfde afstand inspringen :

• selecteer de alinea
• klik op “Opmaak” in de werkbalk
• kies “Alinea”
• geef dezelfde waarde in voor de vakken links en rechts inspringen
• klik op OK
• klik op de knop ‘Kader’ in de werkbalk ‘Kaders en tabellen’

het resultaat is heel wat beter.

 

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats