Office 2010 - PowerPoint

Les 13: Tijdelijke aanduidingvakken (Placeholders) en tekstvakken

13/59 Lessen 

Tijdelijke aanduidingvakken vs tekstvakken

Zoals ik dus reeds eerder had vermeld, dienen “Tijdelijke aanduidingvakken” om een consistentie te behouden tussen de verschillende dia’s in onze presentatie (les 5).

Deze kunnen dan wel tekst bevatten, maar zijn heel toch verschillend met een gewoon tekstvak.

Ten eerste, “Tijdelijke aanduidingvakken” kunnen enkel worden ingevoegd via het tabblad “Diamodel”, waarover ik het in een latere les zal hebben.

Ten tweede, wanneer je alle ingetypte tekst uit een aanduidingvak verwijdert, zie je dat de tekst die standaard in een aanduidingvak staat, terug verschijnt.

            

             

Ten derde, een aanduidingvak, of het nu een titelvak, een subtitelvak, of een bijschriftvak is, allen hebben een vooraf ingestelde afmeting, onafhankelijk van de tekst die erin staat vermeld.

Ten vierde, de informatie uit een tekstvak wordt niet vermeld in de “Overzicht”-weergave.

Ten vijfde, een leeg tekstvak, verdwijnt volledig.

Ten zesde, de afmeting van een tekstvak wijzigt, afhankelijk van de hoeveelheid tekst die we intypen.
Dit in tegenstelling met een aanduidingvak, hier wijzigt de lettergrootte van de tekst.

 

Het manueel ingeven van een tekstvak

Wanneer je een tekstvak wil invoegen in een dia, klik je de knop “Tekstvak” onder het tabblad “Invoegen” in het lint.
De muisaanwijzer wijzigt in een omgekeerd kruis.

Nu heb je twee mogelijkheden:
1. je klikt en begint te typen, maar dan zal al je tekst op één lijn worden geplaatst, zelfs wanneer deze tekst buiten de dia komt. Dit is enkel een goede oplossing wanneer je tekst slechts een paar woordjes bevat.
2. je klikt en sleept met de muisaanwijzer in je dia, om de breedte te bepalen van je tekstvak.

De tekst zal dan automatisch op de volgende lijn verder gaan, tekstterugloop noemen ze dit, wanneer je aan het einde van het tekstvak bent gekomen.

 

AutoAanpassen van een tekstvak en een aanduidingvak

Zoals dus eerder vermeld, zal de grootte van de tekst zich aanpassen aan de afmeting van een aanduidingvak.

Het omgekeerde is dan weer voor een tekstvak, hier zal de afmeting van het vak zich aanpassen aan de hoeveelheid tekst.
Dit kunnen we aanpassen met de functie “AutoAanpassen”.
Klik hiervoor met de rechtermuisknop op het tekstvak of aanduidingvak, en kies “Vorm opmaken…” in het drop-downmenu.
Dit opent het dialoogvenster “Vorm opmaken”.
Het dialoogvenster “Vorm opmaken” bestaat uit twee delen. Aan de linkse kant hebben de verschillende categorieën, en aan de rechter kant vinden we de verschillende opties voor deze categorieën.

Selecteer de categorie “Tekstvak”

Dit toont ons de verschillende opties voor het instellen van ons tekst- of aanduidingvak, verdeeld in drie secties.

 

Tekstindeling, AutoAanpassen, en Marge in tekstvak.
Het bovenste, Tekstindeling, lijkt me wel duidelijk.
Het onderste, Marge in tekstvak, lijkt me ook duidelijk.

En over het middelste “AutoAanpassen” ga ik een beetje uitbreiden.
In de sectie “AutoAanpassen” hebben we drie mogelijkheden.


  1. AutoAanpassen niet gebruiken

    .

    Wanneer dit is aangevinkt zal de afmeting van het tekstvak of aanduidingvak dat was geselecteerd, niet worden aangepast aan de hoeveelheid tekst. Hierdoor kan tekst buiten de randen van het vak komen te staan.


  2. Tekst kleiner maken

    .

    Dit is de standaard instelling voor een aanduidingvak, maar kan ook worden ingesteld voor een tekstvak. Wanneer dit is aangevinkt, zal de grootte van de tekst zich aanpassen aan de grootte van het vak.


  3. Formaat van vorm aanpassen aan tekst

    .

    Dit is de standaard instelling voor een tekstvak, maar kan ook worden ingesteld voor een aanduidingvak. Wanneer dit is aangevinkt zal de grootte van het vak zich aanpassen aan de grootte van de tekst.

 

Welke wijziging je ook maakt, deze is enkel van toepassing op het geselecteerde tekst- of aanduidingvak.

Maar we hebben ook de mogelijkheid dit in te stellen voor al onze tekstvakken en al onze aanduidingvakken.

Klik hiervoor de het tabblad “Bestand” in de menubalk.

Klik de knop “Opties” onderaan het menu.

In het dialoogvenster “Opties voor PowerPoint” kies je het tabblad ” Controle”.

Klik de AutoCorrectie-opties knop.

Dit opent een tweede dialoogvenster, “AutoCorrectie”.

Kies het tabblad “AutoOpmaak tijdens typen”.

Vink het vakje uit voor de tekst “Tekst van titel AutoAanpassen aan tijdelijke aanduiding” en het vakje voor de tekst “Hoofdtekst AutoAanpassen aan tijdelijke aanduiding” uit.
Klik OK wanneer je deze instellingen wil bijhouden.

Formidabel U hebt Les 13 voltooid START VOLGENDE LES