Office 2010 - PowerPoint

Les 16: AutoCorrectie (2)

16/59 Lessen 

Autocorrectie gebruiken om teksten in te geven

In de vorige les hebben we gezien hoe we manueel, en door gebruik te maken van de Spellingcontrole, woorden kunnen toevoegen aan onze AutoCorrectielijst.

Maar er is meer, AutoCorrectie kan zelfs hele stukken tekst ingeven in voorstellingen.

Selecteer hiervoor eerst de tekst die je wil toevoegen aan de AutoCorrectie.

Open vervolgens naar het dialoogvenster “Opties voor PowerPoint”. Je hebt het in de vorige les juist geleerd, dus ik veronderstel dat je nog weet hoe je dat doet.
En klik de knop “AutoCorrectie-opties”, onder het tabblad “Controle.

In het vak “Vervang:” typ je een code die je wil vervangen door de tekst in het vak “Door:”. Bijvoorbeeld GC.
Klik de knop “Toevoegen” wanneer je klaar bent. Dit voegt deze autocorrectie toe aan de lijst.
Klik OK.

 

Telkens wanneer je nu de letters GC typt, gevolgd door een spatie, zal PowerPoint steeds de hele tekst automatisch invoeren in jouw presentatie.

 

Uitzonderingen invoegen

De functie AutoCorrectie laat ons toe een aantal uitzonderingen in te geven.
Om dit te doen open je opnieuw het dialoogvenster “AutoCorrectie-opties…”.
In het dialoogvenster “AutoCorrectie” klik je de knop “Uitzonderingen”.
Dit opent een nieuw dialoogvenster met drie tabbladen.

Het eerste tabblad dient om hoofdletters te negeren na het typen van een punt.
Bijvoorbeeld na een afkorting.
Er zijn er al een aantal standaard ingevuld door PowerPoint, maar zelf kun je er nog aan toe voegen, door deze in het bovenste vak te typen, en te klikken op de knop “Toevoegen”.

 

In het tweede tabblad kun je woorden toevoegen die beginnen met twee hoofdletters, bv MEdicatie.

PowerPoint zal dan de tweede hoofdletter niet aanzien als een typefout, en zal deze dan ook niet verbeteren.

 

Om een uitzondering te verwijderen, selecteer je de uitzondering, klik je de knop “Verwijderen”, en klik je op OK.

Formidabel U hebt Les 16 voltooid START VOLGENDE LES