Office 2010 - PowerPoint

Les 14: Opmaken van aanduidingvakken en tekstvakken

14/59 Lessen 

Een vak voorzien van een opvulkleur en randen

Omdat een aanduidingvak of tekstvak wordt aanzien als een vorm, kunnen we de achtergrond hiervan voorzien van een kleur, een kleurovergang, een bitmappatroon, of een afbeelding.

Om een aanduidingvak of tekstvak op te vullen, selecteer je eerst het vak.

Dit geeft ons het contextuele tabblad “Opmaak”.

 

En klik je daarna de knop “Opvullen van vorm”.

Klik je deze knop vooraan, op het verfpotje zal ik het maar noemen, dan word je vak gekleurd met de laatst gebruikte opvulkleur.

Klik je deze knop op de tekst, of op het naar beneden wijzend pijltje, dan opent een drop-downmenu met verschillende opties.

Bovenaan vinden we de kleuren die worden gebruikt in de verschillende thema’s, meer over thema’s vind je in een latere les.

Daaronder hebben we de standaard kleuren.

De optie “Geen opvulling” verwijderd de opvulkleur, indien je er één had ingesteld.

De optie “Meer opvulkleuren” geeft ons een dialoogvenster waarin we een keuze kunnen maken uit nog meer kleuren.

De optie “Afbeelding” opent het dialoogvenster “Afbeelding”, waarin we kunnen navigeren naar de afbeelding die we willen instellen als achtergrond.
Selecteer het bestand, en klik de knop Invoegen in het dialoogvenster.

De optie “Kleurovergang” geeft ons een keuzelijst met vier opties.

1. Geen overgang, 2. Lichte variaties, 3. Donkere variaties, en 4. Meer kleurovergangen.

De verschillende mogelijkheden zijn hier zoveel, dat je deze maar ’s moet uitproberen.

De optie “Bitmappatroon” geeft ons een menu met een aantal beschikbare bitmappatronen, en de optie “Meer bitmappatronen…”, waaruit we ons eigen bitmappatroon kunnen kiezen, door te klikken op de knop “Bestand”, en te navigeren naar jouw bitmappatroon.

 

Alle opties beschikken ook hier over de optie “Live voorbeeld”.

 

De knop “Omtrek van vormen”, is eigenlijk juist hetzelfde. Alleen beschik je hier nog over de optie “Dikte”, en “Streepjes”.

De dikte heeft betrekking op de lijndikte van de rand, en de streepjes hebben betrekking op het lijntype van de rand. Maar dat is wel duidelijk denk ik.

 

Om de opvulkleur te voorzien van enige transparantie, klik je het naar benedenwijzend pijltje naast de groep “Vormstijlen” in het tabblad “Opmaak”.

Dit opent het dialoogvenster “Vorm opmaken”.

Aan de linkerkant van dit dialoogvenster selecteer je het tabblad “Opvulling”, en aan de rechterzijde schuif je de schuifbalk naar de gewenste transparantie.

 

Draaien van een vak

Elke vorm in onze dia, dus ook het aanduidingvak en tekstvak, hebben een draaihendel bovenaan.

Dit is het groene cirkeltje dat je ziet wanneer dit vak is geselecteerd.

 

Wanneer we de muisaanwijzer bewegen over het cirkeltje, wijzigt dit in een ronde pijl.

Om het tekstvak te draaien, klik je, hou je de muisknop ingedrukt, en sleep je de muisaanwijzer naar links of rechts.

 

Een tweede manier om vakken te draaien, is door de knop “Draaien” te klikken in het tabblad “Opmaak” in het lint.

Dit opent een drop-downmenu met vijf opties waarvan de eerste vier me wel duidelijk lijken.
De vijfde optie opent een dialoogvenster waarin we de draaihoek kunnen ingeven.

 

Meerdere kolommen in een vak

Sinds PowerPoint 2007 hebben we de knop “Kolommen”.

Wat dit doet is, je raad het al, het plaatst de tekst in kolommen.

 

De knop “Kolommen” vinden we onder het tabblad “Start” in het lint.

Selecteer eerst het tekstvak dat je wilt indelen in meerdere kolommen.

Klik de knop “Kolommen” in het tabblad.

Dit opent het drop-downmenu waarin we de keuze hebben over 1, 2 of 3 kolommen.

Onderaan het drop-downmenu hebben we de optie “Meerdere kolommen”.

Wanneer we hierop klikken, opent een dialoogvenstertje met twee invulvakken.

In het bovenste bepaal je het aantal kolommen, en in het onderste bepaal je de regelafstand tussen de kolommen.

Klik de knop OK wanneer je klaar bent.

Formidabel U hebt Les 14 voltooid START VOLGENDE LES