Curven

Een tweede manier om kleurcorrecties uit te voeren, is door middel van de optie “Curven”.
In de vorige les hadden we gezien hoe we door middel van “Niveaus”, een kleurcorrectie kunnen uitvoeren op drie punten, de hooglichten, de middentonen, en de schaduwen.

Wanneer we gebruik maken van Curven, kunnen we elk van de 256 grijswaarden aanpassen.
In dit voorbeeld laat ik je zien hoe je de helderheid en het contrast aanpast, door middel van curven.
Zoals altijd begin ik met een kopij te maken van de originele foto.

Open het deelvenster “Aanpassingen”, en klik de knop “Curven”.

Dit opent het deelvenster “Curven”.

Laat ons eerst een kijken wat we hier zoal te zien krijgen.
Wat het meest opvalt, is de diagonale lijn (1) in de grafiek die loopt van de linkerbenedenhoek naar de rechterbovenhoek.

Het punt in de rechterbovenhoek vertegenwoordigt de lichtste kleuren, het punt in de linkerbenedenhoek vertegenwoordigt de donkerste kleuren. Daartussen liggen de verschillende grijswaarden.

Onder en naast de grafiek hebben we twee balken, die zijn voorzien van een kleurverloop van zwart naar wit (2).

Deze onder de grafiek vertegenwoordigt de op dat ogenblik aanwezige tonen in de foto.

Wanneer we werken met curven, worden oude tonen door nieuwe tonen vervangen.
Deze nieuwe tonen zien we in de verticale balk.

Als voorbeeld wil ik de middentonen van de foto lichter maken. Hoe ga ik te werk.

De middentonen bevinden zich in het midden van de grafiek. Ik klik dus in het midden van de grafiek en sleep de muisaanwijzer naar boven.

Je ziet dat de horizontale as zich naar boven beweegt (2), en dat de nieuwe middentonen lichter worden.

Dit laatste kun je zien aan het snijpunt van de horizontale as met de verticale balk (3).

Een aantal verschillende vooraf ingestelde curven vindt je trouwens in het vak “Curven” (4).

Wanneer je trouwens wat tijd over hebt moet je deze maar eens proberen en kijken hoe de diagonale lijn wordt aangepast, aan de optie die je hebt gekozen.
Het eerste wat we doen is de optie “Kleurverlies tonen voor zwart-witte punten” selecteren zodat dit wordt geactiveerd.
Klik hiervoor het aar benedenwijzend pijltje in de titelbalk van het deelvenster “Aanpassingen”, en klik deze optie.

Vervolgens gaan we de lichte kleuren instellen.
Klik en sleep hiervoor het witte driehoekje rechts onderaan de grafiek naar links (1). Van zodra je de witte kleur ziet verschijnen in de foto, laat je de muisaanwijzer los.

Hetzelfde doen we voor de donkere kleuren.
Klik en sleep het zwarte driehoekje links onderaan de grafiek naar rechts (2). Van zodra je de zwarte kleur ziet verschijnen in de foto, laat je de muisaanwijzer los.

En tenslotte passen we nog de curven aan in het deelvenster “Curven”.
Selecteer hiervoor de knop “Curve bewerken” in het deelvenster “Aanpassingen” en klik en sleep in de foto naar boven of naar onder. Beweeg je de muisaanwijzer naar boven, dan wordt de foto lichter, beweeg je deze naar onder, dan wordt de foto donkerder.
Terwijl je de cursor klikt en sleept zie je de curve bewegen en krijg je een voorbeeld te zien in de foto.
Dit plaatst een punt in de curve op de plaats waar je cursor zich bevindt in de foto (4).
Wens je deze bepaalde plaats in je foto donkerder te maken, kun je dit punt steeds slepen naar rechts. Wens je deze lichter te maken, slee je het punt naar rechts.

Wens je meerdere referentiepunten te plaatsen op de diagonale lijn in de grafiek, kun je dit doen met de knop “Curve bewerken”, of door te klikken op de diagonale lijn. Wanneer je voor het laatste kiest, weet je natuurlijk niet juist welke positie deze vertegenwoordigt in de foto.

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats