Wat zijn slimme filters?

Met Slimme Filters kunnen we één of meerdere effecten toepassen, zonder daarvoor de originele pixels te wijzigen. Deze effecten kunnen we later weer wijzigen en zelfs verwijderen.

Slimme filter toepassen

Het eerste wat je doet om een slimme filter toe te passen, is van je laag een slim object maken.
Klik hiervoor de knop “Filter” in de menubalk, en kies “Omzetten voor slimme filters”.

Dit opent een dialoogvenster waarin wordt vermeld dat Photoshop de geselecteerde laag omzet in een slim object.
Wij hebben niks tegen iets dat slim is, tenzij ze van Lernhout en Hauspie zijn, dus klik je de knop OK.
Dit plaatst een klein icoontje rechts onderaan het laag icoon, dat weten we nog uit de vorige les.

Nu we van onze laag een slim object hebben gemaakt zal, wanneer we een filter toepassen op deze laag, het steeds een slimme filter zijn.

Als voorbeeld zal ik de filter “Radiaal vaag” toepassen op de afbeelding. Dit zal een beetje een bewegingseffect creëren in de foto.

Klik hiervoor de knop “Filter” in de menubalk, kies “Vervagen” in het drop-downmenu, en klik de optie “Radiaal vaag”.

In het dialoogvenster dat verschijnt kies ik de optie “Zoomen”, en stel ik de hoeveelheid 70 in.
Niet panikeren, zoals eerder verteld kunnen we dit steeds wijzigen.

Ik klik de knop OK.

Dit geeft een bewegingseffect aan onze foto. Toch?
Zoals je opmerkt in onderstaande afbeelding heeft dit een laagmasker toegevoegd aan onze slimme filter (1). En zoals elk laagmasker kunnen we ook dit bewerken door middel van de kleuren zwart, wit, en grijswaarden.

Selecteer hiervoor eerst het laagmasker (1).
Selecteer vervolgens het gereedschap “Penseel” (2).
En teken met de kleur zwart (3), over de afbeelding waarop je de filter niet wenst toe te passen.
Weet je nog, zwart verbergt, wit toont.
In dit voorbeeld teken ik met zwart over het meisje, zodat deze terug helder wordt weergegeven.
Wanneer je bovenstaande afbeelding met de onderstaande vergelijkt, merk je op dat het meisje plus de schommel terug helder is gemaakt door middel van het laagmasker.

Zoals dus eerder verteld kunnen we de eigenschappen van een slimme filter steeds wijzigen.
Dubbelklikken op de naam van het filtereffect opent een dialoogvenster waar we de ingestelde voorkeuren voor het effect kunnen wijzigen (4).
Dubbelklikken op de knop “Overvloeimodus instellen” (5) opent een dialoogvenster waar we niet alleen de overvloeimodus voor de filter kunnen instellen, maar ook de dekking.

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats