Photoshop - CS5

Les 53: Tekstlagen (2)

53/94 Lessen 

Alineatekst

De tekst die we toevoegen aan een afbeelding zal meestal punttekst zijn, dus een woord of enkele woordjes. Toch hebben we de mogelijkheid een hele alinea met tekst toe te voegen.
Hiervoor gebruiken we het type “Alineatekst”.
Om alineatekst toe te voegen aan je afbeelding selecteer je ook eerst het tekstgereedschap, en klik en sleep je van linksboven naar rechtsonder, een kader in de foto.
Hoe groot dit kader is maakt niet zoveel uit, je kunt deze steeds aanpassen met de sleepgrepen in de hoeken en aan de randen va het kader (1).
Wens je de tekst, of beter gezegd het kader te draaien, plaats je de cursor naast een hoekgreep en wanneer deze wijzigt in een dubbel rond pijltje, sleep je deze naar boven of beneden (2).Om tekst toe te voegen aan het tekstkader kun je deze typen, of kun je deze plakken uit bv een Word document.
Wanneer een tekstkader niet groot genoeg is om alle tekst weer te geven, verschijnt er in de hoekgreep rechts onderaan, een plusteken (3).
Om dit op te lossen kun je de tekstgrootte aanpassen, of de afmetingen van het kader aanpassen.

Tekst in een tekstkader bewerken gebeurt op dezelfde manier als punttekst bewerken.

De deelvensters “Teken” en “Alinea”

Zoals dus eerder verteld, hebben we een aantal extra opties voor de opmaak van tekst in Photoshop.
Deze vinden we in de deelvensters “Teken” en “Alinea”.
Laat ik eerst eens beginnen met het deelvenster “Teken”.
Bovenaan vinden we het lettertype en de tekenstijl.
Daaronder hebben we het vak “Tekengrootte” (1).
Niks nieuws dus.
Daaronder hebben we het vak “Spatiëring tussen twee tekens instellen” (2). Hiermee stellen we de verticale lege ruimte tussen twee tekens in.
Daaronder vinden we het vak “Verticaal schalen” (3). Wat dit doet lijkt me duidelijk, het schaalt de letters verticaal.
Daaronder hebben we het vak “”Verschuiving van letterlijn” (4). Met een verschuiving van de basislijn verplaatsen we geselecteerde tekens omhoog of omlaag ten opzichte van de basislijn van omringende tekst.
In de rechtse kolom hebben we bovenaan de optie “Regelafstand instellen” (5). Hiermee bepalen we de verticale ruimte tussen tekstlijnen.
Daaronder vinden we de optie om de tekstspatiëring in te stellen (6). Met deze optie bepalen we de ruimte tussen de letters.
Daaronder hebben we de optie “Horizontaal schalen” (7). Deze optie schaalt de letters horizontaal.
Daaronder hebben we nog een kleurkiezer. Hiermee stellen we de kleur van de tekst in.
En als laatste hebben we nog een aantal icoontjes waarmee we de letterweergave te bepalen.
Bijvoorbeeld. Het eerste maakt de tekst vet, het tweede maakt de tekst cursief, het derde maakt va alle letters hoofdletters, enzovoort. Allen lijken me wel duidelijk, vooral wanneer je deze eens probeert.

Het tweede deelvenster is het deelvenster “Alinea”.
De eerst drie iconen hebben betrekking op de uitlijning van de tekst. Deze lijken me duidelijk.
De volgende drie hebben betrekking op het “uitvullen” van de tekst. Ook deze lijken me duidelijk.
Daaronder hebben we nog een aantal vakken waarmee we de inspringing en de witruimte in alinea’s bepalen. Hoe hoger de waarde is die je intypt, hoe groter de inspringing of de witruimte zal worden. Ook deze moet je maar eens proberen.

Padtekst (1)

Het derde soort tekst in Photoshop is padtekst.
In Photoshop hebben we de mogelijkheid tekst in te voeren die langs de rand van een tijdelijk pad loopt. Dit pad wordt gemaakt met een pen- of vormgereedschap.
Om tekst die langs een pad loopt te maken, hebben we tekst nodig en een pad. Logisch, toch?
Eerst tekenen we het pad.
Om een pad te tekenen hebben we een aantal mogelijkheden, één ervan is met het gereedschap “Pen” (1).
Dus selecteer je het gereedschap “Pen” in de gereedschapbalk en selecteer je de optie “Paden” (2) in de optiebalk.
Vervolgens teken ik het pad.
Weet je niet hoe je tekent met het gereedschap “Pen”?
In de cursus Photoshop CS3 les 62 heb ik hierover een uitgebreide les geschreven, zelfs met video.

Wanneer het pad is getekend, verschijnt dit in het deelvenster “Paden” (3). Veel moet je je hiervan niet aantrekken, maar het is maar dat je het weet.

Met de zwarte pijl in de gereedschapbalk kun je het pad steeds verplaatsen, met de onderliggende witte pijl kun je de vorm van het pad aanpassen.

Ben je klaar met het tekenen van het pad, moet je dit sluiten. En lijn is namelijk een open pad, een voorbeeld van een gesloten pad is bijvoorbeeld een cirkel.

Klik hiervoor ergens in de foto, terwijl je de Ctrl-toets op je toetsenbord ingedrukt houdt.
We gaan verder in de volgende les.

Formidabel U hebt Les 53 voltooid START VOLGENDE LES