Klik op de knop Start links onderaan in de taakbalk, wijs naar programmas en klik op Microsoft Excel.
Excel geeft je een leeg werkblad :
Blad1 in werkmap : Map1 meteen na het opstarten.

Klik je links bovenaan in de titelbalk van het het programmavenster op de dan verschijnt er een rolmenu met opdrachten, de opdrachten van dit rolmenu kan je ook kiezen met de knoppen rechts op de titelbalk :

Image3les1_en Minimaliseren
Image4les1_en Vorig formaat
Image5les1_en Maximaliseren
Image6les1_en Sluiten

Alle vensters in Windows-toepassingen beschikken over dezelfde besturingselementen :

  • schuifbalken, om door het venster te bewegen
  • de knop maximaliseren om een venster zo groot mogelijk te maken
  • de knop minimaliseren om een venster te verkleinen tot een pictogram op de taakbalk
  • de knop vorig formaat om de grootte van een venster te herstellen
  • slepen met de rand of met een hoek om het formaat van het venster te wijzigen
  • slepen met de titelbalk om het venster te verplaatsen

(Menubalk)
Image7les1_en
(Bestand) (Bewerken) (Beeld) (Invoegen) (Opmaak) (Extra) (Data) (Venster) (Help)

Onder de titelbalk vindt je de menubalk met daarin de verschillende menu-namen.
Klik op een menu-naam om een menu te openen, de overige menu’s kan je openen door de menu-namen aan te wijzen.
Kies je een opdracht waar een pijltje achter staat verschijnt er een tweede rolmenu. Om een menu te sluiten zonder een opdracht
te kiezen klik je nogmaals op de menu-naam of je klikt ergens buiten het menu, of je klikt op de ‘Escape-toets’.
Is een opdracht grijs, dan betekent dit dat ze nu niet beschikbaar is, zo is bvb. de opdracht ‘Plakken’ (paste), in het
menu ‘Bewerken’ (edit), grijs als je niet eerst kopieren (Copy) of knippen (Cut) hebt gebruikt.
Staat er een sneltoets vermeld achter een opdracht betekent dit dat je met deze toetsencombinatie de opdracht versneld kan kiezen,
zonder het menu eerst te openen.. In het menu beeld vindt je naast de opdrachten Formulebalk en Statusbalk een vinkje, dat betekent
dat deze opdrachten geactiveert zijn. Klik je op de optie ‘Statusbalk’ verdwijnt het vinkje en tegelijk verdwijnt ook de Statusbalk,
klik je in het menu beeld opnieuw op Statusbalk, dan is deze weer geactiveerd en zichtbaar. Klik je op een opdracht waar drie puntjes
achter staan, verschijnt een dialoogvenster waarin meer informatie wordt gevraagd, selecteer de gewenste optie en klik op OK.

Image8les1_en
(werkbalk)

De werkbalken onder de menu’s bevatten knoppen waarmee je snel opdrachten kunt kiezen, wijs je met de muis deze knoppen van de werkbalken aan, dan verschijnt de naam van de knop.

Klik je per ongeluk op een knop kan je altijd op de Esc-toets drukken of gebruik maken van de knop ‘Ongedaan maken’ (Undo).

Tijdens het werken in Excel kan je steeds hulp zoeken via het Help-menu of door op de Help-knop in de werkbalk te klikken.

Werken met bestanden

Na het opstarten van Excel krijg je een lege werkmap waarin je meteen aan de slag kunt, geef dit bestand meteen een naam :
Klik op ‘Bestand’ kies de optie ‘Opslaan’ het dialoog-venster verschijnt en Excel stelt je voor om het bestand op te slaan in de
map ‘mijn documenten’, in het vak bestandsnaam kan je je naam intypen voor je werkmap, we noemen dit bestand
bvb ‘eerste oefenmap’. In Windows’95 kan je ook lange bestandsnamen gebruiken

Klik op de knop ‘Opslaan’ in het dialoogvenster en meteen verschijnt in de titelbalk van je werkmapvenster de bestandsnaam die je
zojuist gegeven hebt aan je werkmap.

We maken een nieuwe map, daarvoor klik je in de werkbalk op de knop ‘Nieuw’ , ook deze map geven we een naam.

Klik in de werkbalk op ‘Opslaan’ (Save) , in de map ‘mijn documenten’ staat de eerste oefenmap reeds vermeld, in het vak bestandsnaam typen we nu ‘tweede oefenmap’, klik op de knop ‘Opslaan’ ook deze bestandsnaam verschijnt onmiddelijk in de titelbalk van het werkmapvenster.
Onze twee werkmappen liggen boven elkaar in het Excel programma-venster.
Je kan door te klikken op de titelbalk van ‘eerste oefenmap’ dit bestand naar de voorgrond brengen.
Is de titelbalk van een map niet zichtbaar, kan je deze map terug op de voorgrond brengen door te klikken op het menu ‘Venster’ (Window), daar vindt je in het menu de twee bestanden terug.
Het vinkje naast de bestandsnaam duidt aan welk bestand op dit moment in het actieve venster aanwezig is, klik op ‘tweede oefenmap’ en opnieuw verschijnt dit bestand op de voorgrond, in het menu ‘Venster’ kunnen negen geopende werkmappen worden weergegeven.
Snel wisselen door de vensters kan ook met de sneltoets : druk op de Tab-toets terwijl je de
‘Controle-toets’ ingedrukt houdt om te verspringen naar het volgende werkmap-venster.

Formidabel U hebt Les 1 voltooid START VOLGENDE LES