Openen van Access 2007

Wanneer we Access 2007 openen wordt ons het venster “Aan de slag met Microsoft Access” getoond.
In dit venster kunnen we een nieuwe lege database maken, een database maken op basis van een sjabloon, of een onlangs geopende database openen.

 

Wanneer we een nieuwe database, of een reeds bestaande database openen, wordt het applicatievenster getoond waarin we onze database maken.

Dit applicatievenster is verdeeld in drie delen.
Bovenaan vinden we de Officeknop, de werkbalk “Snelle toegang”, en het lint.
Aan de linkerzijde van het applicatievenster hebben we het “Navigatievenster”.
In het navigatievenster vinden we al onze eerdere gemaakte objecten.
Objecten zijn Tabellen, Query’s, Formulieren, Rapporten, Macro’s, en Modules.
Wanneer je een nieuwe lege database opent, is dit navigatievenster uiteraard leeg.

Open je een object, dan wordt dit geopend aan de rechterzijde van het navigatievenster.
Elk object dat is geopend heeft zijn tabblad bovenaan. Dit maakt het makkelijk te navigeren tussen de verschillende geopende objecten.
Om een object te openen klik je het naar beneden wijzend pijltje naast het objecttype, en dubbelklik je het object in de lijst.
Een tweede manier is het object te rechtsklikken, en in het pop-upmenu te kiezen voor “Openen”.

Om een geopend object terug te sluiten rechtsklik je het tabblad van dit object, en kies je “Sluiten” in het pop-upmenu.
Een tweede manier om een geopend object te sluiten, is het tabblad van het te sluiten object te selecteren, en de X te klikken helemaal aan de rechterkant.

 

Werken met objecten

Soms wordt de naam “tabel” en “database” wel eens door elkaar gehaald, maar wanneer we werken met Access, en we hebben het over een database, dan hebben we het over alles wat zich in deze database bevindt, tabellen, query’s, formulieren, rapporten, macro’s, en modules.

Een tabel daarentegen is een collectie van gegevens over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld klanten of leveranciers.

Een tabel is verdeeld in kolommen en rijen.
De gegevens uit een hele rij, bijvoorbeeld naam, adres, en woonplaats, noemen we een “Record”.

 

In Access kan je verschillende objecten uit een database openen, maar je kunt maar één database openen.

Open je een tweede database, dan zal het eerste worden gesloten.

 

Mocht het zijn dat jij de verschillende objecttypes niet kan zien in je navigatievenster, klik je het naar beneden wijzend pijltje naast de tekst” Alle Access-objecten” en kies je “Objecttype” in het drop-downmenu.

Herhaal dit nogmaals, maar klik nu de tekst “Alle Access-objecten” in het drop-downmenu om er zeker van te zijn dat alle objecten worden weergegeven.
Dit laatste hoef je enkel te doen wanneer deze optie niet zou zijn aangevinkt in het drop-downlijstje.

Wanneer er nog geen objecten van een bepaalt type zijn gemaakt, dan zal dit type object ook niet voorkomen in het navigatievenster.

Cursussen

• Downloading iPad Apps
• Lesson 1: Introduction to Publisher
• Lesson 65: File Formats