Grafieken maken

Excel laat ons toe grafieken te maken met gegevens uit ons werkblad.
Dit is handig wanneer we visuele presentaties willen maken voor vergaderingen, rapporten etc.
Excel heeft hiervoor een Wizard die ons kan assisteren om deze makkelijk toe te voegen aan ons spreadsheet.

Om een grafiek te maken, selecteren we eerst het Bereik, met inbegrip van de kolom- en rijtitels, waaruit we deze willen opmaken.
Dan klik je op de wizard grafieken knop Image19 , of selecteer je Insert – Chart. uit de Menu balk.
Dit opent het “Grafiek Wizard” (Chart Wizard) dialoogvenster:


Dit is een simpel “stap voor stap” programma waarin we het type, het bereik, extra opties, en de plaats van onze grafiek bepalen.

Dit is een simpel “stap voor stap” programma waarin we het type, het bereik, extra opties, en de plaats van onze grafiek bepalen.
In het eerste venster van de “Chart Wizard” selecteren we links het grafiek-type, en rechts het
grafiek sub-type.
Wanneer we op de knop “Press and Hold to View Sample” klikken, zien we een voorbeeld hoe onze grafiek er zal uitzien.
Wanneer je tevreden bent, klik je op de knop “Next”.
In het volgende scherm van de Wizard kunnen we het bereik van onze grafiek nog aanpassen indien we dat wensen, door te klikken op de knop naast het vak “Data range:”.

In dit venster bepaal je ook of je de rijen of de kolommen in grafiek wil brengen.
Klik “Next” om verder te gaan.

In het derde venster kiezen we het tabblad met de optie die we willen wijzigingen.
Klik op het aangewezen tabblad om de gewenste opties voor je grafiek in te stellen.
In de Title-tab kan je een grafiektitel ingeven, en labels voor de horizontale (X axis) en
verticale (Y axis) as toevoegen.
In de Axes-tab geven we in of we X-labels en Y-labels willen tonen of verbergen.
In de Gridlines-tab bepalen we of we lijnen willen weergeven in onze grafiek, en welke.
In de Legend-tab bepalen we of we een legende willen toevoegen aan onze grafiek, en waar we deze plaatsen.
In de Data Labels-tab kunnen we bepalen of we de labels of de cijfers willen weergeven in onze grafiek.
In de Data Table-tab kunnen we bepalen of we onze tabel, met numerieke gegevens, willen opnemen in onze grafiek.

Wanneer je klaar bent, klik je op Next.
In het laatste venster moeten we een keuze maken of we de grafiek in een apart werkblad willen tonen, of ingevoegd in een bestaand werkblad

Kies je voor het eerste, geef het werkblad dan een naam.
Kies je voor het tweede, dan kan je uit de dropdown-menu je keuze maken.
Maak een keuze en klik Finish.

Grafieken verplaatsen en afmetingen aanpassen

Wanneer je hebt gekozen je grafiek te laten weergeven in een bestaand werkblad, kan je het verplaatsen en de afmetingen aanpassen.
Klik hiervoor in het witte gedeelte van de grafiek om deze in z’n geheel te selecteren.
Je ziet of de hele grafiek is geselecteerd wanneer er 8 zwarte blokjes rond de grafiek worden getoond:
Om de afmetingen nu aan te passen, klikken en slepen we één van deze blokjes.

Om de grafiek te verplaatsen klikken we op een lege plaats in de grafiek, en slepen we de grafiek naar de gewenste plaats (onze muisaanwijzer verandert in een vierpijlig kruisje).

De Grafiek werkbalk + opmaak van grafieken

grafiek objecten
object bewerken grafiek/tabel volgens rij
grafiektype wijzigen grafiek/tabel volgens kolom
legende tonen/verbergen tekst roteren cw
tabel tonen/verbergen tekst roteren ccw

De grafiekwerkbalk zal automatisch verschijnen wanneer we onze grafiek hebben aangemaakt.
Wanneer we een grafiek hebben aangemaakt in een bestaand werkblad, en we klikken op dit werkblad, zal deze werkbalk verdwijnen, wanneer we de grafiek terug selecteren, zal de werkbalk terug verschijnen.
Wanneer je de werkbalk hebt gesloten, en je wil deze terug zien, klik je op View – Toolbars in de menubalk, en kies je Grafiek (Chart) uit de keuzelijst.

We gaan even de knoppen in onze werkblad wat nader bekijken:
De eerste, de dropdown-menu, uiterst links, bevat een keuzelijst van zowat elk object in onze grafiek.
We kunnen een object selecteren door er op te klikken in onze grafiek, of door het te selecteren in dit dropdown-menu.
Er naast vinden we de knop “object bewerken”. We gebruiken deze knop om een dialoogvenster te openen dat ons toelaat het gekozen object te bewerken.
Daarnaast hebben we de knop “grafiek type wijzigen ” die ons de mogelijkheid geeft, door op het zwarte pijltje te klikken, om op elk moment, het type van grafiek te wijzigen.
De volgende is de Legende knop, wanneer we die klikken wordt de Legende getoond of verborgen.
De volgende is de “Data Tabel” knop, wanneer we die klikken wordt de tabel getoond of verborgen.
We kunnen bepalen hoe de gegevens in kaart worden gebracht met de twee volgende knoppen “grafiek/tabel volgens rij” of “kolom”
En de laatste twee knoppen dienen om tekstobjecten in je grafiek te roteren.

Printen van grafieken

Om enkel de grafiek te printen die is ingevoegd in een bestaand werkblad, zonder de andere gegevens, selecteren we de hele grafiek, en klikken de Print knop in de standaard werkbalk.

Wensen we echter de grafiek en de rest van de gegevens uit ons werkblad te printen, klikken we eerst in een cel in het werkblad, en klikken pas daarna op de Print knop in de standaard werkbalk.

Om een grafiek te printen in z’n eigen werkblad, selecteren we eerst het werkblad en klikken daarna op de Print knop in de standaard werkbalk.

Verwijderen van grafieken

Om een grafiek te verwijderen in een bestaand werkblad, selecteren we eerst de grafiek en klikken dan op de “Delete”knop op ons toetsenbord.

Om een grafiek te verwijderen in een z’n eigen werkblad, verwijderen we het werkblad.

Formidabel U hebt Les 20 voltooid START VOLGENDE LES