Wat zijn macro’s

Macro’s zijn eigenlijk kleine programmaatjes die we gebruiken om steeds terugkerende taken automatisch te laten uitvoeren.

Een Macro legt alle handelingen vast die we uitvoeren op ons toetsenbord, en slaat deze op als een Visual Basic programma.

Wanneer we later een macro willen uitvoeren hebben we enkel op een knop te klikken om de hele reeks handelingen die we eerder hadden opgenomen uit te voeren.

Stel, op elk werkblad van onze werkmap moeten we onze naam, firmanaam, adres, telefoon, fax in de linkerbovenhoek plaatsen.
Wanneer we al deze handelingen opnemen in een macro, hoeven we de volgende malen enkel op een knop te drukken om deze automatisch te herhalen.

Macro’s opnemen

Om macro’s op te nemen kiezen we Tools – Macro uit de Menubalk, en kiezen “Record New Macro…” .

Dit opent het “Record New Macro…” dialoogvenster.

Geef een naam in voor uw macro. Je mag geen spaties gebruiken.

Vervolgens selecteren we in de dropdownmenu “Store macro in…” waar we onze macro willen opslaan. De standaardinstelling hiervoor is “This Workbook”.

In het vakje Ctrl + kunnen we een sneltoets (shortcut) toekennen voor onze macro, maar als je dit doet vergewis je ervan dat je geen reeds bestaande sneltoets overschrijft.
bvb ctrl + P is reeds een bestaande voor het “print” commando.

Klik op OK, om uw macro op te nemen.

Vanaf dan zullen al je toetsaanslagen worden opgenomen.

Wanneer je een fout maakt, klik je de “Stop Recording”knop   in de macrowerkbalk , verwijder je de macro, en begint opnieuw.

De macrowerkbalk verschijnt telkens we een macro opnemen.

We gebruiken deze werkbalk om onze opname in een macro te stoppen, en om de celreferentie in te stellen.

We klikken op de knop rechts in de macrowerkbalk wanneer we een relatieve celreferentie wensen.

De standaard celreferentie bij het opnemen van een macro is absoluut.

Wanneer je opneemt in absolute celverwijzing, zal de macro steeds beginnen in de cel waar je bent begonnen met opnemen.

Wanneer je dus wil opnemen in relatieve celverwijzing, klik je eerst op deze knop, voor je al je andere bewerkingen uitvoert.

Wanneer je al je acties hebt uitgevoerd klik je op de knop “Stop Recording”.

We kunnen nu de macro laten uitvoeren wanneer we wensen.

Macros uitvoeren

Om een macro uit te voeren klikken we op Tools – Macro – Macros… uit de Menubalk

In het dialoogvenster dat verschijnt, zien we al onze macros die we eerder hebben opgenomen.

Selecteer de macro en klik op “Run”.

Een opmerking voor 2003 en XP gebruikers:

Wanneer macros uit vorige versies niet kunnen worden uitgevoerd, moet je de beveiligingsinstellingen aanpassen van High naar Medium.

Om dit te doen kiezen we Tools – Options in de menubalk.

We kiezen het tabblad “Security” en klikkende “Macro Security” knop.

In het tabblad “Security Level” kiezen we voor Medium.

Macros verwijderen

Om macros te verwijderen kiezen we Tools – Macro – Macros… in de menubalk.

Selecteren de macro, en klikken op de Delete knop aan de rechter zijde van het dialoogvenster.

Een persoonlijke Macrowerkmap

Wanneer we macros aanmaken, worden deze bijgevoegd in de werkmap in welke wij de macros creëren. Wanneer we andere werkmappen open hebben, kunnen we ook de aangemaakte macros gebruiken in deze mappen.

Maar, éénmaal we de werkmap waarin de macros zijn aangemaakt sluiten, kunnen we deze niet meer gebruiken in een andere werkmap.

Om dit op te lossen kiezen we “Personal Macro Workbook” uit het dropdownmenu in het ‘”Record Macro” dialoogventser wanneer we een macro opnemen.

De “Personal Macro Workbook” is een verborgen werkmap, hoewel deze steeds open is, kunnen we deze niet zien.

Nochtans kunnen we hier verschillende macros opslaan om te gebruiken in alle werkmappen.

Wanneer je Excel afsluit wordt je gevraagd of je de macro wil opslaan in de “Personal Macro Workbook”van macros.
Eénmaal we macros opgeslagen hebben in de “Personal Macro Workbook” moeten we deze werkmap “zichtbaar” maken om deze te bewerken of te verwijderen.

Klik hiervoor op Window – Unhide in de menubalk.

Kies de werkmap PERSONAL.XLS en klik op OK

We kunnen dan elke macro van dit werkboek verwijderen of wijzigen.

Wanneer je gedaan hebt, klik je Window – Hide uit de menubalk, kies je PERSONAL.XLS en klik op OK.

Vergeet dit niet, om te beletten dat deze wordt verwijderd of gewijzigd wanneer je dit niet wenst.

Formidabel U hebt Les 31 voltooid START VOLGENDE LES