Werken met pagina-einden

Excel zal automatisch een pagina-einde toekennen.
Wanneer we gegevens hebben die niet meer zichtbaar zijn in de printbare weergave, zullen deze gegevens worden geprint op een volgende pagina.

Misschien heb je wel een titel die aan het eind van een pagina word geprint, terwijl de bijbehorende gegevens op een volgende pagina worden geprint.

Heel vervelend, maar om dit te voorkomen kunnen we de pagina-einden instellen.

Om deze te wijzigen klikken we op Weergave (View) – Pagina-einde (Page break preview) in de menu-balk.

Dit brengt ons in de “Page break preview” weergave van ons werkblad:

De pagina-einden worden getoond met stippellijnen.

Klik en sleep deze stippellijnen naar de locatie die jij wenst, om zelf de pagina-einden in te stellen.

Selecteer View – Normal in de menubalk om terug te keren naar de normale weergave van je werkblad.

Koptekst en Voettekst

In al onze spreadsheets kunnen we kopteksten en voetteksten toevoegen.

Om hiervoor het dialoogvenster te openen klikken we op View – Header/Footer in de menuwerkbalk.

Dit opent eigenlijk het dialoogvenster van onze Page Setup, waar het Header/Footer tabblad is geselecteerd.

Je kan kiezen voor opgemaakte kopteksten of voetteksten uit Excel zelf, door op de zwarte pijltjes te klikken van het desbetreffende vak.
Of zelf één aan te maken door te klikken op de knoppen Custom Header/Custom Footer.
Wij maken in dit voorbeeld zelf onze koptekst aan, en klikken hiervoor dus op de knop Custom Header.

Dit opent het dialoogvenster Header:

We kunnen nu in de linkse, midden of rechtse kant van ons spreadsheet een Header plaatsen, door het vak te kiezen, en de tekst te typen, of eventueel een ander type van bestand in te voegen.
Excel voorziet ons hiervoor van verschillende knoppen om informatie in te voegen in onze Koptekst of Voettekst

Lettertype path en bestandsnaam
pagina-nummer bestandsnaam
aantal pagina’s spreadsheet-tab
datum invoegen afbeelding
(enkel XP en 2003)
tijd afbeelding bewerken
(enkel XP en 2003)

Wij hebben gekozen om ons logo in de koptekst, en een pagina-nummering in de Voettekst te plaatsen.

Klik op OK indien je tevreden bent.
En klik nogmaals op OK om het Kop- en Voettekstdialoogvenster af te sluiten.

Klik op de Afdrukvoorbeeld-knop in de Standaard werkbalk om een voorbeeld te zien:

Pagina-opmaak

Wanneer we de opmaak van onze pagina’s willen instellen om te printen, klikken we File – Page Setup in onze Menubalk.

Het Page Setup dialoogvenster wordt geopend:

Het dialoogvenster bestaat uit vier tabbladen:
Page, Margins, Header/Footer en Sheet.

We gaan deze even vlug doorlopen want eigenlijk is dit voor elke Windows-applicatie gelijk.

Op het tabblad Page kunnen we o.a. de oriëntatie van de afdruk wijzigen van Portrait naar Landscape.

In de “Scaling” sectie kunnen we de grootte van de afdruk van gegevens bepalen in percentage.

Of deze passend laten afdrukken.

Paper Size en Print Quality is ook wel duidelijk denk ik.

En in het vak First page number kunnen we kiezen voor Auto (automatsch), of we kunnen zelf een nummer ingeven.

In het tabblad Margins stellen we de verschillende printmarges in voor ons werkblad.

Links, rechts, Top, Bottom, Header en Footer.

Valt ook weinig over te vertellen.
Misschien het enige is dat je onderaan “Horizontaal” en “Verticaal” kunt aanvinken, om de afdruk te centreren.

Het tabblad Header/Footer hebben we reeds gezien in het vorige deel van deze les.

En als laatste hebben we het tabblad Sheet.

In het tabblad Sheet kunnen we een bereik ingeven om te printen in het eerste vak.

We kunnen rijen of kolommen laten herhalen op elke pagina, in het tweede en derde vak.

En in de Print sectie van dit tabblad kunnen we een aantal instellingen aanvinken om bvb de grid van ons spreadsheet te laten afdrukken, Rij en kolomhoofdingen te laten afdrukken etc…

Maar wat misschien wel interessant kan zijn, (XP en 2003) is dat je kunt kiezen, of en hoe je celfouten (Cell Errors) wil afprinten. En dit heeft dan betrekking tot formules op je werkblad.

Stel in een cel heb je de formule die het gemiddelde berekent van de twee bovenliggende cellen.
Maar in deze twee cellen is nog geen data ingevoerd, dan geeft Excel je het volgende:

Om dit te vermijden als we ons spreadsheet afdrukken kiezen we <blank> uit de
keuzelijst “Cell errors as: ”

En zal Excel niks printen uit deze cel.

Formidabel U hebt Les 9 voltooid START VOLGENDE LES