Office 2010 - Excel

Les 34: Formules (1)

34/87 Lessen 

Wat zijn formules?

Een formule gebruiken we wanneer we berekeningen willen maken in Excel.
Een formule in Excel begint steeds met het “is gelijk aan”-teken (=).
Bijvoorbeeld, wens je de som te berekenen van 2 en 3, zou je normaal 2+3 typen.
In Excel moet je =2+3 typen.

Je kunt een formule rechtstreeks in de formulebalk intypen, of je kunt deze in een cel intypen.
Wanneer je dus begint te typen met het “is gelijk aan”-teken, dan weet Excel dat je een formule gaat ingeven, en dat hij al wat daarachter komt moet berekenen.

 

Berekeningsoperatoren en hun prioriteit

Berekeningsoperatoren, of plus(+), min(-), maal(*), etc., worden in een standaard volgorde uitgevoerd.

 

Voor alle twijfels weg te nemen, plaats ik deze nog eens in een tabel:

Operator                                  Functie

1. %                                Percentage berekenen

2. ^                                Percentage berekenen

3. * en /                        Vermenigvuldigen en Delen

4. + en –                       Optellen en Aftrekken

 

Wanneer een formule operatoren met dezelfde prioriteit bevat, bijvoorbeeld een formule met zowel een optellingoperator als een aftrekoperator, worden de operatoren van links naar rechts uitgevoerd.

We kunnen deze volgorde beïnvloeden door haakjes () te plaatsen.

Bijvoorbeeld: 2*(3+4) zal niet hetzelfde resultaat gegeven dan 2*3+4 , of (2*3)+4

Maar dit is meer iets voor een les wiskunde dan voor een les Excel.

Formules ingeven

Elke formule begint steeds met het is gelijk aan teken(=), gevolgd door waarden en/of celverwijzingen plus operatoren.
 
Bijvoorbeeld: in cel A1 heb je 100 ingetypt, in cel B1 heb je 200 ingetypt.
Wanneer we nu de som willen maken van cel A1 en cel B1, selecteren we cel C1 en typen we =A1+B1, en klikken Enter.
Een tweede mogelijkheid is, je typt het is gelijk aan teken, selecteert cel A1 met uw muis, typt +, selecteert cel B1 met uw muis, en klik Enter. Dit doet hetzelfde.

Wijzigen we nu het getal in cel A1 of B1, dan wordt automatisch de som in cel C1 aangepast.

Dit is één van de beste eigenschappen van Excel, en één van de redenen waarom we zo weinig mogelijk getallen ingeven in formules.

Wanneer we de Entertoets hebben geklikt, wordt het resultaat van de formule weergegeven in de cel, de formule zelf kan je nog steeds zien in de formulebalk.

Hieronder zie je een aantal voorbeelden van formules:

Relatieve en absolute celverwijzingen

Zoals reeds eerder vermeld is het snijpunt van een kolom met een rij een cel.

Elke cel heeft een celadres. Het celadres bestaat uit de letter van de kolom, en het rijnummer.

Het celadres van de geselecteerde cel wordt vermeld in het naamvak.

Nu we weten wat een celadres is, kunnen we hiernaar verwijzen in onze formule, bvb =A2*B2 .

Wanneer je deze formule nu gaat kopiëren, zullen de celverwijzingen in deze formule automatisch worden aangepast.

Bijvoorbeeld:
heb je de formule =A2*B2 staan in cel C2, en je gaat deze kopiëren naar cel C3, dan zal de gekopieerde formule zich automatisch aanpassen, en wordt deze =A3*B3.
Dit noemen we een relatieve celverwijzing.

Wanneer je echter verwijst in je formule naar een cel die steeds dezelfde moet blijven bij het kopiëren, moet je deze celverwijzing absoluut maken.
Dit doe je door het dollarteken ($) voor de kolom en voor het rijnummer te plaatsen.
Kopieer je dan je formule naar onder, boven, links of rechts, de celverwijzing met de $-tekens zal steeds dezelfde blijven.

Dit noemt men een absolute celverwijzing.

Je kan ook gebruik maken van een semi-absolute celverwijzing bvb: B$2

Dit zal de rij absoluut maken, maar de kolom zal worden aangepast.

Bijvoorbeeld: heb ik de formule A2*B$2 en kopieer deze naar rechtsonder, dan krijg ik =B3*C$2

De eerste celverwijzing (A2) wordt automatisch aangepast want deze is relatief.

In de tweede celverwijzing wordt de kolom aangepast (B) want deze is relatief, en het tweede deel ($2) wordt niet aangepast want deze is absoluut.

Dit kan uiteraard ook omgekeerd, $C2.

Dan is de kolom absoluut en de rij relatief.

 

Nog een tip:
om vlug celverwijzingen om te zetten van relatief naar absoluut en omgekeerd, dubbelklik je de cel met de formule, selecteer je de celverwijzing, en klik je de F4 toets op je toetsenbord.

Formidabel U hebt Les 34 voltooid START VOLGENDE LES