Office 2010 - Excel

Les 58: Draaitabellen (5)

58/87 Lessen 

Veldlijstopties

Wanneer we klikken op de knop bovenaan de lijst met draaitabelvelden, verschijnt er een drop-downmenu waaruit we verschillende indelingen voor onze lijst kunnen kiezen.

Standaard wordt er bovenaan de veldlijst getoond, en daaronder de vier gebieden.

Je kunt deze instelling wijzigen door een andere indeling te kiezen uit het drop-downmenu.

De laatste twee opties kunnen nuttig zijn wanneer al de velden zijn toegevoegd, en je deze enkel nog wil verschuiven.

 

Je kunt de veldlijst verplaatsen door de muisaanwijzer over het bovenste gedeelte te plaatsen, en deze te klikken en te slepen naar de positie die je wenst.

Wens je de veldlijst terug op z’n originele plaats, klik en sleep je deze over de rechterrand van het Excelvenster.
Laat de muisaanwijzer los wanneer de lijst op zijn plaats is “gesprongen”.

Wens je de lijst te verbergen, klik je het kruisje rechts bovenaan, of klik je de knop “Lijst met velden”

in het tabblad “Opties”, van de “Hulpmiddelen voor draaitabellen”, in het lint.

Wens je later deze lijst terug te zien, klik je nogmaals op de knop “Lijst met velden” in het tabblad “Opties”.

 

 

 

Een laatste optie in onze veldlijst, staat helemaal onderaan de lijst.

Wanneer we deze optie aanvinken, zullen de updates wanneer we bepaalde velden toevoegen, verwijderen, of verschuiven, in onze draaitabel niet worden uitgevoerd, tot we de knop “Bijwerken” klikken.

 

 

Dit is handig wanneer je met hele grote en complexe draaitabellen werkt, vooral met externe gegevensbronnen. Zulke updates kunnen heel wat tijd in beslag nemen, dus is het handig wanneer we deze kunnen uitschakelen.

 

Het tabblad “Ontwerpen”

Net als Excel 2007 heeft Excel 2010 twee tabbladen die enkel voor draaitabellen worden gebruikt.

Het tabblad “Opties” en het tabblad “Ontwerpen”.

 

Het tabblad “Ontwerpen” dient, zoals de naam al doet vermoeden, voor de opmaak van onze draaitabel.

Al deze mogelijkheden spreken voor zichzelf, daarom zal ik deze eens vlug overlopen van links naar rechts.

 

Helemaal links vinden we de knop “Subtotalen”.
Wanneer we hierop klikken, ontvouwt zich een menu met drie keuzes:

  1. subtotalen niet weergeven,
  2. subtotalen onder de groep weergeven, en
  3. subtotalen boven de groep weergeven.

Ik denk dat dit wel duidelijk is.

 

Daarnaast hebben we de knop Eindtotalen.
Wanneer we hierop klikken, ontvouwt zich een menu met vier keuzes.
Ook deze lijken me allen overduidelijk.

Daarnaast vinden we de knop Rapportindeling.
Wanneer we hierop klikken, ontvouwt zich een menu met drie keuzes:

  1. Compacte weergave

    : deze weergave geeft een zo compact mogelijke weergave van de draaitabel. Dit kan z’n nut hebben wanneer je een uitgebreide draaitabel wil printen op één pagina.

  2. Overzichtsweergave

    : deze weergave toont onze draaitabel als overzicht. Celranden worden niet getoond.

  3. Tabelweergave

    : deze weergave gebruik je als je alle gegevens in een tabelindeling wilt weergeven, en makkelijk cellen naar een ander werkblad wil kopiëren.

 

De volgende knop “Lege rijen” heeft twee opties die me beiden ook duidelijk overkomen.

 

Ook de volgende vier selectievakken lijken me overduidelijk.

  • Rijkoppen en kolomkoppen, geeft deze vet weer.
  • Gestreepte rijen en gestreepte kolommen lijken me ook wel duidelijk, al moet ik je hierbij vertellen wanneer je deze gebruikt, vooral dan de gestreepte rijen, de gegevens in de draaitabel duidelijker te lezen zijn.

 

En dan hebben we als laatste de draaitabelstijlen.

 

Ook hier beschikken we over de optie Live-voorbeelden, wat toch wel handig is.
Meer over draaitabelstijlen in een volgende les.

 

 

Formidabel U hebt Les 58 voltooid START VOLGENDE LES