Office 2010 - Excel

Les 42: Een aantal functies uitgelegd (2)

42/87 Lessen 

LINKS/RECHTS

De LINKS functie geeft het (de) eerste teken(s) in een tekenreeks als resultaat.

Bijvoorbeeld:

We hebben in cel A1 Piet De Slet ingetypt.

Wanneer we in cel A2 de voornaam willen scheiden van de familienaam, typen we =LINKS(A1;4)

Het eerste argument in onze functie is de celverwijzing, A1.
Het tweede argument in onze functie is het aantal karakters, 4.

Dit geeft als resultaat Piet.

De RECHTS functie is hetzelfde, alleen beginnen we dan te tellen vanaf rechts.

Bijvoorbeeld:

We hebben nog steeds in cel A1 Piet De Smet.

We typen =RECHTS(A1;4)

Het resultaat is: Smet

 

Opmerking1:

een spatie wordt aanzien als een karakter.

Opmerking 2:

wanneer je de gegevens in cel A1 wijzigt, zal automatisch de celinhoud in cel A2 worden aangepast. Wens je de celinhoud van cel A2 te behouden, kopieer en plak je deze d.m.v. plakken speciaal, en kies je voor “Waarden”. Zo zal enkel de waarde van de celinhoud bewaard blijven, en niet de formule.
Rechtsklik hiervoor de cel waar je deze wil plakken, en kies “Waarden” in het pop-upmenu.

 

SPATIES.WISSEN

Met de functie SPATIES.WISSEN, wissen we de spaties voor en na de tekst in onze cel.
NIET in de tekst (we gebruiken deze functie om tekst met onregelmatige spatiëring deftig uit te lijnen).

Zo zal bijvoorbeeld de spatie worden verwijderd in de cellen A5 en A7 voor de klantnaam, en niet in de klantnaam (zie cel A4).

Opmerking1:

Let op, wanneer je de gegevens wist uit kolom A, de formules in kolom B worden aangepast, dus kopieer en plak eerst enkel de waarden uit kolom B, zoals je hebt gelezen in de vorige functie.

 

ALS

De ALS functie geeft een waarde weer wanneer aan een voorwaarde wordt voldaan, en een andere waarde wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan.
Zo zie bijvoorbeeld in onderstaande afbeelding of een student is geslaagd of gefaald.

Ik zal even de formule proberen uitleggen:

We beginnen zoals steeds onze formule met een is gelijk aan teken, gevolgd door de functie ALS, en openen de haakjes.
We moeten weten of het totaal van de behaalde punten groter is dan de helft van de te behalen punten.
Dus cel E4 (totaal van de behaalde punten) > 15, dit is namelijk de helft van het totaal te behalen punten (30)
Indien dit waar is, geeft Excel de waarde “geslaagd”, is dit niet waar, dan geeft Excel de waarde “gefaald”.
We eindigen de formule door de haakjes te sluiten, en klikken Enter.
Tussen twee argumenten plaats je steeds een puntkomma (;)
Tekst in een formule plaats je steeds tussen aanhalingstekens (” “)

Formidabel U hebt Les 42 voltooid START VOLGENDE LES