Office 2007 - Excel Tips 2007 - 2013

Tip 091 – Deel 1

091/207 Lessen 

Een dynamisch afdrukbereik definiëren in een tabel of in een bereik – Deel 1

Een dynamisch afdrukbereik definiëren in een tabel.

In het onderstaand voorbeeld (voorbeeldbestand, tabblad “Tabel”) hebben we een gegevensreeks (opgemaakt als tabel) met de volgende kolommen:
Datum, Item, Artikelprijs, Aantal, Totaal, Klant naam en Adres klant.
We willen de cellen van kolommen Datum, Item, Artikelprijs, Aantal, en Totaal die gegevens bevatten printen, de cellen van de kolommen Klant naam en Adres klant willen we niet printen.

Image1

Om dit printgebied te definiëren selecteren we eerst de cellen B2 tot en met F7(1).

Image2

Vervolgens gaan we op het lint naar “Pagina-indeling”(2) en we klikken op “Afdrukbereik”(3) en klikken op “Afdrukbereik-bepalen”(4).

Image3

Wanneer we nu gaan kijken naar het afdrukvoorbeeld (zie Cursus Excel 2007 Les 78)zien we dat de cellen die we geselecteerd hebben worden weergegeven(5).

Image4

Als we nu gegevens toevoegen aan de tabel, zal het bereik dat moet worden afgeprint automatisch aangepast worden, Excel heeft automatisch een dynamisch printgebied gedefinieerd.
Om dit aan te tonen gaan we op het lint naar “Formules”(6) en klikken op “Namen beheren”(7)

Image5

In het dialoogvenster “Namen beheren” vinden we de “Tabel” en het “Afdrukgebied”, wanneer we klikken op de naam “Afdrukbereik”(8) en kijken naar de definitie van het afdrukgebied(9) staat er:
=Tabel1[[#Alles];[Datum]:[Totaal]]
Dit betekent: Van Tabel1 de inhoud van kolom Datum tot en met kolom Totaal afdrukken.

Image6

Een dynamisch afdrukbereik definiëren in een bereik.

In het onderstaand voorbeeld (voorbeeldbestand, tabblad “Bereik”) hebben we een gegevensreeks (niet opgemaakt als tabel) met de volgende kolommen: Datum, Item, Artikelprijs, Aantal, Totaal, Klant naam en Adres klant.

Image7

We willen de cellen printen van kolommen B,C D E en F die gegevens bevatten.
Om een printgebied te definiëren herhalen we de stappen 1 tot en met 4 van het voorgaande voorbeeld .
Wanneer we nu kijken naar de definitie van het “Afdrukbereik” (10) merken we dat het vast is gedefinieerd(11).

Image8

Wanneer we nu gegevens toevoegen aan de reeks dan moeten we het printgebied wissen en herdefiniëren of we kunnen het printgebied ook dynamisch aanpassen.

Om nu een dynamisch printgebied te definiëren gaan we gebruik maken van 2 functies: =VERSCHUIVING en =AANTALARG.

=VERSCHUIVING: geeft als resultaat een verwijzing naar een bereik dat een opgegeven aantal rijen en kolommen is verwijderd van een cel of cellenbereik. De verwijzing die als resultaat wordt gegeven, kan een enkele cel of een cellenbereik zijn. U kunt opgeven hoeveel rijen en kolommen er als resultaat moeten worden gegeven.
De functie =VERSCHUIVING heeft 5 parameters, nl. verwijzing, rijen, kolommen, hoogte en breedte. verwijzing =vereist. De verwijzing ten opzichte waarvan de verschuiving moet plaatsvinden. Verw moet een verwijzing zijn naar een cel of een bereik van aangrenzende cellen. Als dit niet het geval is, geeft VERSCHUIVING de foutwaarde #WAARDE! als resultaat.

rijen =vereist. Het aantal rijen, omhoog of omlaag, waarnaar u de cel in de linkerbovenhoek wilt laten verwijzen. Als u bijvoorbeeld 5 opgeeft, komt de cel in de linkerbovenhoek van de resulterende verwijzing vijf rijen onder de verwijzing. rijen kan zowel een positief getal (oftewel een getal onder de uitgangsverwijzing) als een negatief getal zijn (oftewel een getal boven de uitgangsverwijzing).

kolommen = vereist. Het aantal kolommen, naar links of naar rechts, waarnaar u de cel in de linkerbovenhoek wilt laten verwijzen. Als u bijvoorbeeld 5 opgeeft, komt de cel in de linkerbovenhoek van de resulterende verwijzing vijf kolommen rechts van de verwijzing. kolommen kan zowel een positief getal (oftewel een getal rechts van de uitgangsverwijzing) als een negatief getal zijn (oftewel een getal links van de uitgangsverwijzing).

hoogte =optioneel. De hoogte, uitgedrukt in een aantal rijen, die u wilt toekennen aan de resulterende verwijzing. hoogte moet een positief getal zijn.

breedte =optioneel. De breedte, uitgedrukt in een aantal kolommen, die u wilt toekennen aan de resulterende verwijzing. breedte moet een positief getal zijn.

Ter informatie: Swotster.com denkt aan zijn cursisten, denk ook aan Swotster.com

We gaan verder in Deel 2

Deel 1 – Deel 2

Formidabel U hebt Tip 091 - Deel 1 voltooid START VOLGENDE LES